Lecture on Ethics by President Erdogan |
Een voordeel
van Erdogans nazi- en fascismevergelijkingen is wellicht dat de semantische
hyperinflatie die dit alles tot gevolg heeft de aandrang tot zulke analogieën op nationaal niveau wat tempert. Iemand een fascist te noemen is
volstrekt betekenisloos geworden. Alleen nog Erdo-Turken en professionele
antifascisten zullen er vanwege hun intellectuele programmering niet buiten
kunnen.
Een
ander voordeel van weggezet worden als fascist, nazihond en moslimslachter die
zich moet voorbereiden op een heilige oorlog, is dat ik nu zonder gêne de hele Erdogan-kliek, inclusief aanhang
hier te lande, kan vergelijken met een troep agressieve bavianen die op je auto
klimt en er de ruitenwissers af trekt wanneer je niet snel genoeg bent met de
nootjes. Maar liever had ik die behoefte niet gevoeld, met name omwille van de
seculiere Turken met wie ik het in de regel goed kan vinden en bij wie nu het
schaamrood op de kaken staat. Zij zullen moeten kiezen tussen familie en
zelfverloochening.
Want
Erdogan is erin geslaagd de twee krachten te mobiliseren die een volk kunnen
binden en tot waanzin opzwepen: religie en nationalisme. De islam is een leer
waar kracht, eer en suprematie centraal staan. Een leer die zonder veel moeite
ongeletterden en onevenwichtigen tot daden en onderwerping beweegt. Het
nationalisme onder Erdogan drijft op de hernieuwde trots voor een seculier
Turkije zoals Mustafa Kemal Atatürk
die het Turkse volk inblies. Erdogan maakt hiervan dankbaar gebruik maar
verving Atatürk – die neerzag op
de islam – door een associatie met de grootsheid van het Ottomaanse Rijk. Zo
berijdt hij nu beide paardjes: religie en religieus-nationalisme. En dat doet
hij met verve.
Maar
dat wil niet zeggen dat wij hem in Europa voor een fatsoenlijk of
eerbiedwaardig man moeten houden. Erdogan is naar westerse maatstaven geen
fatsoenlijk mens, evenmin als zijn Turken hier in
Europa mensen zijn waarmee wij ons fatsoen of onze westerse waarden delen. Wij
– gevoelig, maar niet links – vermoedden dat al enige tijd. Erdogans
hysterische uitvallen en de onvoorwaardelijke steun die hij hiervoor ontvangt
van zijn Turken zouden ook anderen tot inkeer moeten brengen: een groot deel
van de Turkse gemeenschap in Europa is geen Europeaan, voelt zich zelfs in de
derde generatie geen Europeaan en dat zal in de zesde generatie niet anders
zijn. Vanwege de islam, vanwege het nationalisme. Beide zorgen voor een sterke
cohesie en sluiten door hun aard deze gemeenschap van integratie uit.
De Turkse
segregatie die tot voor kort maar half zichtbaar was is door Erdogans handelen
aan het volle licht gekomen. Maar deze segregatie is geen Turks prerogatief.
Ook andere importculturen hebben zich afgezonderd, veelal op basis van hun
geloof:de islam. Bij deze explosie van Turkse Holland-haat zal het dan ook niet
blijven. Er zullen er meerdere volgen, ook niet-Turkse; de afkerigheid zit te
diep. Wat vorige maand in de Franse banlieus plaatsvond kent dezelfde oorsprong
als de Turkse campagne tegen Nederland: zelfverkozen segregatie.
Evenwel zal
de politiek niet snel ingrijpen, zeker de nieuwe coalitie niet. Die hebben
zojuist het 'verkeerde populisme' een gevoelige klap toegebracht. Een
buitenstaander de les lezen en daarbij wat onaangepast volk binnen de eigen
grenzen schofferen vindt men tot daar aan toe – in liefde en verkiezingstijd is
veel geoorloofd. Maar toegeven dat er binnen onze landsgrenzen nog andere
grenzen lopen is een brug te ver. Liever ziet men die grenzen als bedenksels.
Als invloeden van buitenaf of te wijten aan onze onverdraagzaamheid jegens
vreemde etensluchtjes in het portiek. Dat er binnen de landsgrenzen met vreemde
vlaggen gewapperd wordt en men openlijk dweept met buitenlandse presidenten,
regeringen en waarden, wel, dat is de nieuwe couleur locale moeten we maar
denken. Daarover maakt men zich in het Haags portiek ook de komende jaren niet
ongerust.