Friday, April 4, 2008

Fitna, de kater

Het fitna-debat van 1 april is voor Nederland desastreus verlopen. De vrijheid van meningsuiting, de dhimmitude van onze regering, de capitulatie voor God en Allah, alle discussies die dankzij het Fitna-project op scherp waren gesteld, zijn door een briljante move van (alweer) Hirsch Ballin tot de hersenspinsels van een 'leugenaar' verworden.

Wilders, de PVV en alles wat ze hebben aangeraakt is besmet verklaard. B&B weten God aan hun zijde. De schijnwerpers zijn gedoofd; god houdt niet van licht. Het CDA creëert een voedingsbodem waarop geloof en vroomheid goed gedijen. Maar niet alleen geloof en vroomheid hebben baat bij onwetendheid en duisternis. Ook problemen treden liever niet voor het voetlicht en dankzij het fitna-debat hoeft dat voorlopig ook niet. Het zwakke schijnsel van de blogosfeer is vooralsnog de enige verlichting.

Moslims of islamisering? Vrijheid van meningsuiting of belediging? Wel of geen politieke brug tussen kerk en staat? Drie essentiële vragen die het land tot op het bot verdeeld houden. Vragen die de politiek nu eens separaat dan weer voorwaardelijk wenst te beantwoorden. 'Fitna' dwong tot zowel holisme als onderscheid. Het dwong de eenheid van cultuur, religie, staatsinrichting en sociale waarden als onderscheidbare grootheden te zien. Het debat had de opmaat kunnen zijn voor een politieke en maatschappelijke herijking. Een zeer noodzakelijke herijking. Want was is er aan de hand?

Sinds de tachtiger jaren kennen we in Europa een instroom van zowel laagopgeleide arbeidsmigranten als van lieden die niet willen arbeiden maar preken. Haatimams die door de eigen regimes op straat zijn gezet. Zij meenden in de ontheemde analfabeten een makkelijke prooi te zien voor de oprichting van ‘steunpunt Europa’.

Dat de ideeën van deze lieden tot op heden niet werkelijk zijn aangeslagen heeft meer te maken met het feit dat de doelgroep in eerste instantie in pursuit of happiness is, dan met prudent beleid van regeringszijde. Echter, resultaten uit het verleden… De situatie van 2008 verschilt wezenlijk met die van 25 jaar terug.

Statistisch gezien wordt het aantal idioten groter. Eén promille van één miljoen is duizend. Bovendien verloopt informatie-uitwisseling en groepsvorming vele, vele malen sneller dan in 1980. De ‘vijfde colonne’ van Wilders is welliswaar klein, maar snel en redelijk georganiseerd. Politiek-correct Nederland wil hier niet aan: "99,9% heeft goede intenties en we richten onze aandacht liever op hen". Famous last words.

Een ander groot verschil met 1980 vormt het christelijk voetvolk van CDA en ChristenUnie. Waar het in 1980 nog leek dat alleen Jos Brink ‘in de Heer’ was, daar durft nu iedereen weer te geloven. Sterker nog: "zonder geloof kun je niet functioneren" zegt onze minister-president. Religieuze aanspraken op de openbare ruimte worden welwillend ontvangen. Artikel 6 is nog nooit zo vaak aangehaald als in de afgelopen jaren. Hoofddoekje, burqini, zondagssluiting, internetgokken, te sexy donorposter, gescheiden dit en gescheiden dat, god is terug. Zoveel is zeker.

Maar een brede acceptatie van religieuze uitingen in de openbare ruimte zorgt er wel voor dat het cordon sanitaire, dat orthodoxie en extremisme scheidde van de bovenwereld wordt doorbroken. Als halal bankieren, het vrouwenziekenhuis en burqini beschikbaar en geaccepteerd zijn, dan zal de gelovige worden gedwongen hier ook gebruik van te maken.

Echter, een Verlichte democratie staat niet toe dat de openbare ruimte gedeeld wordt met een immanente entiteit, met een god die onder vele namen reist. Een Verlichte maatschappij is seculier en houdt geen rekening met een alomtegenwoordige metafysische ‘realiteit’. Kant plaatste god buiten de Rede en vanaf dat punt zijn we verder gegaan. De vrijheid van godsdienst kan alleen dán voor iedereen gelden wanneer vanuit de religie geen eisen aan de maatschappij gesteld worden. De publieke ruimte en maatschappelijke inrichting kennen een fundamentele neutraliteit. Mannen en vrouwen zijn gelijk en op zondag zijn de winkels open.

In een Verlichte democratie heeft niemand voorafgaand verlof nodig om gedachten of gevoelens te openbaren. En omdat elke uitgesproken gedachte, elke uitgeschreven waarneming, een (onbedoelde) belediging kan inhouden, is beledigen een grondrecht (behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet).

Dit zijn de basisvoorwaarden voor een stabiele, rechtvaardige samenleving. Een godvrije maatschappelijke ruimte en een vrije ongecensureerde uitwisseling van ideeën, woorden en kunsten. Ze zijn de conditio sine qua non voor een Verlichte democratie. In Nederland staan ze aanhoudend onder zware druk.

Enerzijds omdat de christelijke partijen de liberalisering van mens en maatschappij nooit hebben kunnen verkroppen. De individuele mens is te mondig geworden, de zeden te vrij en de wereld te transparant. De kerken, en hun politieke vertegenwoordigers, zijn niet langer in control. Zij weten dat zonder duidelijk godsbeeld onder de bevolking hun bestaansrecht vervalt. Het is daarom niet vreemd dat zij in de aanwezigheid van één miljoen goeddeels godvruchtige, goeddeels onbelezen, traditieminnende moslims, een natuurlijke bondgenoot denken te vinden. Dat zij door de behoudende religieuze leiders van diezelfde gemeenschap als varkens, apen en ezels worden gezien wil er bij de mannenbroeders niet in.

Anderzijds omdat de traditionele verdedigers van seculiere waarden, de sociaaldemocraten en de liberalen, hebben gekozen om de godsdienst van de nieuwkomers, de islam, te beschermen. Ze doen dit echter om de verkeerde redenen. Sociale rechtvaardigheid en bescherming van het individu zijn maatschappelijke doelstellingen die door seculiere politieke partijen nooit gekoppeld mogen worden aan godsdienstige overtuigingen. Zelfs als je van mening bent dat jouw doelgroep haar identiteit aan een bepaald godsbeeld ontleent, dan nog hoor je dit buiten beschouwing te laten. De mens is een fysiek individu, god is een metafysische grootheid die door seculiere partijen nooit gepolitiseerd mag worden.

In de maanden voorafgaand aan de vertoning van Fitna gaven politiek en media zich bloot. Nooit eerder waren de verhoudingen en verschillen zo zichtbaar. Het regeringsbeleid werd ingegeven door godsdienstig geïnspireerde dhimmitude. De kernwaarden van de Verlichte samenleving bleken koopwaar voor deze boekhouders, deze boekhouders van de VOC. Halsema, Marijnissen en Rutte, ze hadden snoeihard moeten doorpakken. Het gespreksverslag deed niet ter zake.

De gehele aanleiding voor de afgelopen vier maanden deed niet ter zake. Leugens, laster, moedwil of misverstand, deze regering had afgerekend moeten worden op haar feitelijk handelen. Op haar onwil onze kernwaarden à priori en tot in den doet te verdedigen tegenover de vermeende autoriteit van God, van Allah en van vreemde mogendheden. Dit hadden Wilders, de VVD, GL en SP de heren moeten inwrijven. En dan nog eens. En dan nog eens. Met wegwerpgebaren vanaf de tweede ring gaan we het niet redden.
Gratis web site teller.