"Deze vorm van ongedwongen integreren leidt niet alleen tot heel veel plezier, maar vooral tot het broodnodige wederzijdse begrip", stellen de bedenkers van de Friese-vlaghoofddoek. Onder het mom 'doek-is-doek' verbouwden zij de Friese vlag tot religieus hoofddeksel. Soms ben ik wel een beetje jaloers op zoveel naïviteit. Wat moet dat heerlijk zijn, een constant warme onderbuik en zo’n prettig gevoel in je hoofd. Het gevoel een professionele ‘goede buur’ te zijn. Het gevoel dat iedereen hetzelfde wil als jij: nooit meer oorlog, nooit meer fascisme, nooit meer racisme. En dat jij geroepen bent te bemiddelen tussen witte en bruine mensen, tussen stadse en dorpse mensen en tussen mensen mét en zonder hoofddoek. Want jij weet doek-is-doek dus alle mensen zijn gelijk, ongeacht aangeboren of culturele verschillen.
Zelf ben ik die roze niet-polariserende bril jaren geleden kwijtgeraakt. Een kruisje om de nek of een hoofddoekje, ik zag het ooit als uitstervende folklore en schikte e.e.a. onder de tab ‘private aberraties’. DNA-onderzoek, kosmologie, deeltjesfysica, evolutieleer, cognitieve wetenschappen, daar lagen mijn interesses. Niet bij de christelijke of islamitische exegese. En ik veronderstelde dat iedereen van mijn generatie er zo over dacht; to explore strange new worlds, to boldly go where no man has gone before.
Maar inmiddels hebben we na drie stappen voorwaarts ook de spreekwoordelijke twee stappen achterwaarts gemaakt. En het heeft er alle schijn van dat het daar niet bij blijft. Ergens op weg naar de 21e eeuw heeft progressief Nederland een verkeerde afslag genomen en ijvert nu bedoeld en onbedoeld voor seksescheiding, segregatie en religiosering van zowel het individu als de openbare ruimte en het onderwijs; de evolutieleer is weer een aanvechtbare theorie naast het scheppingsverhaal geworden.
Dat strikt-confessionelen dit progressie noemen kan ik begrijpen, dat progressieven dit een acceptabele ontwikkeling vinden niet. Maar misschien is de strijd tussen Darwin en Genesis nog de minst gevaarlijke, dat is een openlijke strijd tussen feiten en openbaring. Gevaarlijker is de ontwikkeling waarbij religieuze symbolen en gebruiken uit naïviteit en compassie van hun culturele betekenis worden ontdaan om hun aanwezigheid in een neutrale openbare ruimte te legitimeren.
Het intens lieve echtpaar dat voor Fadwa Kartoubi een hoofddoek uit de Friese vlag knipte ("er is geen enkel beletsel dat een hoofddoek er een beetje vrolijk uitziet"), acteert vanuit een onschuld zoals ik die 20 jaar geleden bezat; waarschijnlijk had ‘us mem’ op zaterdag ook een doekje over de krullers dus als zo’n deerntje dat nou toch graag wil? Het is maar een lappie stof hoor! Neen driewerf neen, dat is het niet en ik daag alle hoofddoekapologeten uit een moslima of imam te vinden die hun visie deelt. De hoofddoek in het West-Europese straatbeeld is net zo min ‘een lapje stof’ als de Amerikaanse vlag op het Witte Huis dat is.
Agent provocateur du voile, Fatima Elatik, heeft het steevast over "een uiting van religiositeit" als haar hoofdtooi ter sprake komt. Voor haar en voor die tienduizenden moslima’s die hun hoofd de afgelopen jaren steeds vaker en steeds verder zijn gaan inpakken is deze dracht een teken van religiositeit. Hiermee willen zij aan iedereen die zich samen met hen in de openbare ruimte bevindt kenbaar maken: "ik heb mij onderworpen aan de islamitische sharia, Allah waakt over mijn seksuele integriteit. Wees dus gewaarschuwd en val maar een ander lastig". Hoezo een lapje stof?
Als je de religieuze betekenis persé onder het vloerkleed wilt vegen door te claimen dat het maar een lapje stof is, dan moet je ook consequent zijn en de rituele jongens(- en meisjes) besnijdenis een cosmetische ingreep noemen. Dan is ‘handweigeren’ een probate maatregel om verpreiding van griep (en menstruatiebloed) tegen te gaan. Dan zijn gescheiden klas- en inburgeringslokalen een efficiënt middel bij de preventie van zedendelicten. Maar zo consequent is men niet. Sterker nog, van sommige voorwerpen en goederen verwacht de multiculturalist juist dat wij daarvan wél de rituele betekenis inzien, ook als wij die van huis uit niet kennen.
Zo moeten we volgens Professor Mr. Wibren van de Burg (Erasmus Universiteit) ophouden met blikjes varkenspaté e.d. in het kerstpakket te stoppen, varkens zijn binnen de islamitische traditie onreine beesten dus daarin volharden is flauw. Ook flauw is het om je glaasje wijn niet even weg te zetten als je islamitische disgenoten hebt of van de taxichauffeur te verwachten dat hij zowel jou als je hond meeneemt. Of, helemaal superflauw, denken dat een politie-agente of een rechter haar werk niet kan doen wanneer ze een hoofddoekje draagt.
Want in dat geval is het doekje weer gewoon een stukje stof zonder betekenis. We moeten dan vergeten dat het onbetekenende lapje textiel symbool staat voor een heel andere vorm van maatschappelijke wetgeving, namelijk de sharia. Dat het hoofddoekje niet af mag omdat ‘haar wet’ dat verbiedt en dat die wet volgens Tariq Ramadan weliswaar voor een deel overeenkomt met de Nederlandse wet, maar dat er toch duidelijk verschillen zijn waar moslims kritisch mee om dienen te gaan. We worden door mensen als Mr. Wibren verzocht te vergeten dat de vrouw aan de andere kant van het hekje trouw heeft gezworen op een wetboek dat zij, blijkens de symbolen waarmee ze zich wenst te tooien, niet op zichzelf van toepassing acht.
Eigenlijk komt het erop neer dat de Nederlandse samenleving in alles de islamitische traditie moeten faciliteren door, zo het uitkomt, religieuze symbolen aan te zien voor gebruiksvoorwerpen en van gebruiksvoorwerpen ook de islamitische betekenis in acht te nemen. Dat je op deze manier juist een muur opwerpt tussen de Nederlandse maatschappij en de individuele moslim lijkt alle do-gooders te ontgaan. We kunnen wel uit medelijden en medeleven de hele maatschappij groen schilderen maar met integratie heeft dat weinig van doen.
Laten we in godsnaam ophouden met dit egalitair paternalisme. Laten we ophouden niet bestaande schulden in te lossen. Laten we ophouden te zoeken naar slachtoffers die er niet zijn. Gelijkwaardigheid bereik je niet door zelf drie stappen terug te doen en je eigen verworvenheden overboord te kieperen. Gelijkwaardigheid bereik je door de regels van het spel klip en klaar uit te leggen en door erop toe te zien dat iedereen zich eraan houdt.
Een hoofddoek is geen doek, een non is geen leek en een moslima geen imam. De moslimse hoofddoekjes en burka’s, gedragen door burgermeisjes, zijn niet te vergelijken met nonnenkapjes of priestergewaden en al helemaal niet met moeders haardoekje. De kledij van priesters, nonnen en imams hoort bij hun religieuze ambt. Christelijke lekenmeisjes hebben geen verplichte dracht en moeders haarnetje heeft geen religieuze betekenis. Hoofddoek en burka zijn daarmee wel degelijk ‘anders’.
En van alles wat anders is mag en moet de maatschappij zich hardop afvragen of zij dat wil tolereren. En zo ja, in welke mate, op welke plaatsen en onder welke voorwaarden. Zo zijn de regels van het spel. Mensen hebben gelijke rechten, culturen niet. Veel politici in Nederland maken de fout cultuur en religie als een strikt persoonlijke keuze te zien. Daardoor worden persoon en cultuur vereenzelvigd en leidt het begrip individuele diversiteit onherroepelijk tot waardenrelativisme. Het reduceren van de Friese vlag tot een ‘doek’ om uit die doek vervolgens een hoofddoek te naaien is hiervan een bijna filmische illustratie.