Thursday, January 24, 2008

Buruma wint Erasmusprijs

Volgens de organisatie wordt de Erasmusprijs "jaarlijks toegekend aan een persoon of instelling die een buitengewone bijdrage heeft geleverd aan de cultuur in Europa. De nadruk ligt op tolerantie, culturele veelvormigheid en ondogmatisch, kritisch denken – humanistische waarden die tot uitdrukking komen in de keuze van de laureaten". Dit jaar is dat Ian Buruma, kosmopoliet en volgens NRC redacteur Maartje Somers "radicaal gematigd".

Dat juist hij de Erasmusprijs ontvangt is een gotspe en tekenend voor het Nederland van Balkenende en Terpstra.

Buruma, opgegroeid in het Wassenaar van Theo van Gogh, verliet Nederland in 1975 om zijn geluk te beproeven in Tokyo, Hong-Kong, Londen en New York. In zijn herinnering leefde Nederland voort als een tolerant en "geruststellend saai" land. Dit veranderde echter op 2 november 2004, de dag waarop Theo van Gogh werd vermoord. Buruma keerde terug en schreef een boek over het Nederland dat hij na dertig jaar afwezigheid aantrof "Murder in Amsterdam: The Death of Theo van Gogh and the Limits of Tolerance".

"The limits of tolerance" liepen ook als een rode draad door het leven van Desiderius Erasmus (1469-1536). Geboren als onwettig kind trad Gerrit Gerritszoon, zoals hij eigenlijk heette, toe tot de orde der Augustijner monniken en ontwikkelde zich tot schrijver, filosoof maar bovenal tot humanist. Hij verzette zich tegen de totalitairiteit van de Roomse Kerk waarvan hij de onverdraagzaamheid, de onmenselijkheid en intolerantie verafschuwde.

Als volgeling van Jezus predikte Erasmus humanisme en tolerantie. Tolerantie voor ideeën die het menselijke boven de doctrine stelden. In reactie plaatste de Kerk zijn werk op de index van verboden boeken, een eer die in de eeuwen na Erasmus vrijwel alle Verlichte humanisten ten deel viel. Immers, een religie gebaseerd op de doctrine dat God ver boven de mens verheven is kan nu eenmaal niet anders. Tolerant staan tegenover ideeën die de mens centraal plaatsen of zelfs een mate van autonomie toekennen, is per definitie in strijd met de Leer.

Erasmus, Hobbes, Kant, stuk voor stuk vroegen ze om tolerantie voor menselijke waarden en menselijke ideeën maar stuk voor stuk werden ze verketterd en buitengesloten. De tolerantie van de Leer voor de menselijke rede was nul. Pas in het Holland van de 17e eeuw komt hierin verandering. Voor het eerst mogen mensen denken en schrijven wat ze willen zonder hiervoor door staat of kerk vervolgd te worden.

En of deze tolerantie nu voortkwam uit onverschilligheid, zoals Descartes vermoedde, danwel uit werkelijke vrijzinnigheid, feit is dat dit het soort tolerantie is waar Nederland bekend om stond (en staat). De tolerantie van Balkenende, Bos, Vogelaar en ook Buruma daarentegen, staat voor de intolerantie waartegen Verlichte geesten eeuwen hebben gevochten.

In het Nederland van Balkenende betekent tolerantie 'het niet beledigen van de Leer' en dan met name de Islamitische. Het Nederland van Balkenende redeneert weer vanuit de religie. Het redeneert en oordeelt vanuit de gedachte dat de Leer boven de menselijke rede staat. En ook Buruma gaat hier in mee door te stellen dat de tolerantie in Nederland tegenwoordig ver te zoeken is. Hij vindt het belangrijk dat moslims hun band met de islamitische Leer blijven cultiveren teneinde te integreren in een liberale westerse democratie. Een contradictio in terminis.

Integreren in een humanistische democratie met een totalitaire doctrine in de hand. Wie daar kritiek op heeft stelt zich intolerant op. Erasmus draait zich om in z'n graf.

Tuesday, January 22, 2008

Sarkozy's Verlichting

"De Fransen zijn niet gelukkiger door spirituele leegte" zei president Sarkozy in een recente toespraak. Sarkozy heeft er nooit een geheim van gemaakt dat de laïcité, de scheiding tussen kerk en staat, wat hem betreft te ver is doorgevoerd. Goede politiek heeft zoals hij dat noemt "een intellectuele, een morele en een spirituele dimensie".

Sarkozy staat met deze opvatting in Europa niet alleen. Veel politieke partijen zijn al langere tijd ongelukkig met de existentiële leegheid van Sartre's Europa en zij zien in de komst van miljoenen belijdende moslims dan ook een handvat om Europa haar spiritueel elan terug te geven. "Er is geen land waarvan de cultuur en beschaving geen religieuze wortels hebben" stelt de Franse president. Dit om aan te geven dat zijn "beschavingspolitiek" in het geloof een belangrijke bondgenoot vindt.

Cultuurhistorisch gezien is zijn uitspraak juist, maar dat maakt het nog niet tot een valide argument om religie anno 2008 tot een politiek-maatschappelijk doel te verheffen. Ik ken namelijk ook geen cultuur of beschaving die eraan twijfelde dat de aarde in het middelpunt van het universum stond, of dat ziekten het werk waren van kwade geesten.

Niemand beweert 350 jaar na Newton nog dat God de planeten op een glazen bol bevestigde om die vervolgens rond te draaien. Gods rol als windmaker, planetenduwer en zeeënvuller is in de Westerse wereld uitgespeeld. Hij werd vervangen door de natuurwetten. Omdat god nu dus even zonder werk zit mag hij van Sarkozy de spirituele leegte gaan vullen.

Maar wat moeten we ons voorstellen bij die spirituele leegte? Is het de leegte van TV kijken in plaats van een boek lezen, of van consumeren in plaats van creperen? Of is het de leegte van het internet, van de sexualisering van de samenleving misschien? Nee, ik denk het niet. Dit zijn slechts symptomen van een onbegrepen maatschappij.

De leegte waar zovelen last van hebben is de leegte die ontstaat in het vacuüm van de informatie-overflow. Het is de leegte van een gespecialiseerde productiemaatschappij waarin onze eigen bijdrage onzichtbaar is geworden. Het is de leegte van sociale ontbinding, van individualisering en onthechting.

De kleine gesloten groepen waartoe de evolutie ons had voorbestemd bestaan niet meer. De wereld waarin familie en je relatie met de leider bepaalden wie je was en waar je stond is vervangen door een open global village. Een reusachtig plein waar het moeilijk is richting en houvast te vinden. De zekerheid van de groep is weggevallen en vervangen door de onzekerheid van een complexe, virtuele samenleving die alleen nog rationeel te bevatten is.

Onzekere mensen zijn vatbare mensen en zowel de geschiedenis als de sociologie leren ons dat mensen in een dergelijke situatie op zoek gaan naar zekerheid en bescherming. Ze zoeken een surrogaat voor de weggevallen groepsband en vinden die in de twee krachtigste groepsvervangers die er zijn: nationalisme en religie. In tijden van onzekerheid en rampspoed duikt dit duo steeds weer op, en meestal in een extreme variant.

We zien dit o.a. gebeuren binnen de moslimgemeenschappen in Europa waar sprake is van economische achterstand en maatschappelijke onzekerheid. Ook hier wordt het antwoord gezocht in religie, en wel in de meest zuivere vorm. Immers, als je grote problemen hebt moet je groots investeren. Dit streven naar zuiverheid brengt de gemeenschap echter in aanvaring met de 'immorele' waarden van het seculiere Europa.

Het Europa dat haar waarden en normen ontleent aan rationele, humanistische afwegingen. De Verlichting, de Franse revolutie en diverse omwentelingen hebben de religieuze wortels naar de achtergrond verdrongen. Zozeer zelfs dat Sarkozy meent ons eraan te moeten herinneren, en niet alleen herinneren. Hij wil dat wij onze historische wortels herontdekken teneinde invulling te geven aan de spitituele leegte waaraan we ten prooi zouden zijn gevallen. Hier vergist de president zich echter. Wij zijn namelijk niet ten prooi aan leegte maar aan rationele onzekerheid. Onzekerheid die voortkomt uit het verzuim de nieuwe leefsituatie rationeel te bezien en te waarderen omdat het evolutionaire instinct nog steeds de boventoon voert.

Ondertussen kijgt de ontkerkelijkte Europeaan, door alle aandacht voor het islamitische normen- en waardenbestel, onbewust het gevoel dat hij wordt aangevallen. Hij wordt aangevallen door ‘vreemden’ op juist dat ene punt waaraan hij zijn instinctieve groepsgevoel heeft opgehangen, de (seculiere) maatschappij. Daar waar zijn contacten vluchtig of zelfs virtueel zijn geworden is zijn territorium, de maatschappij, een terra firma. Hierin heeft hij zijn onbewuste link met het evolutionaire verleden. Kritiek wordt in zo'n perceptie instictief ervaren als een aanval op 'de stam'.

Het stomste wat je onder deze omstandigheden kunt doen is appelleren aan nationalistische of religieuze gevoelens. Dit leidt onherroepelijk tot strijd. Strijd om het woord, strijd om de inrichting, strijd om alles. Wie mensen ter geruststelling adviseert de 'lege' wereld buiten te sluiten door een religieus verduisteringsgordijn op te trekken heeft m.i. toch een paar eeuwen Europese geschiedenis gemist.

In 1781 al, constateerde Immanuel Kant in zijn "Kritik der reinen Vernunft" dat God tot een 'buitenredelijke' categorie behoorde. Een categorie die bij fysieke vraagstukken buiten beschouwing gelaten moest worden. Aardse problemen konden volgens Kant alleen met aardse redelijkheid opgelost worden. Dit is de essentie van Verlichting, van vooruitgang, van mondigheid en daarmee van Europa. De Verlichting stelt de rationaliteit van de gedachte tegenover de autoriteit van de traditie. Of in de woorden van de meester zelf:

Beantwortung der Frage was ist Aufklärung?. "Verlichting is het bevrijden van de mens uit zijn onmondigheid, waaraan hij zelf schuld heeft. Onmondigheid is het onvermogen zijn verstand te gebruiken zonder leiding van een ander. Deze onmondigheid is eigen schuld wanneer de oorzaak ervan niet ligt in gebrek aan verstand, maar wel in gebrek aan moed en wilskracht, het zijne te gebruiken zonder leiding van een ander. Heb de moed je eigen verstand te gebruiken! Sapere aude!"

Dát meneer Sarkozy en dát meneer Cohen is wat de moderne mens doet wanneer hij zich voor problemen geplaatst ziet. Hij probeert ze niet van tafel te vegen door heel hard GOD!! te roepen. Hij verlaat zich niet op de autoriteit van de religieuze traditie om daarmee de zoveelste verstandsverbijsterende intellectuele oorlog te ontketenen. Nee heren, hij doet het licht aan, hij denkt en hij verzet zich uit alle macht tegen eenieder die het uit naam van god weer uit wil doen.

Sapere aude!

Wednesday, January 16, 2008

Benoemen

Benoemen en bouwen zijn voor mij typisch Hollandse eigenschappen (schrijf je mee Maxima?). Recht voor z'n raap en zeggen waar het op staat, geen blad voor de mond nemen en vooral geen overdreven beleefdheid. Bouwen doe je zodra een polder is drooggevallen. Handen uit de mouwen, de schouders eronder en niet lullen maar poetsen. Zo ook stelde ik mij het gelijknamige initiatief van Doekle Terpstra voor.

Niets is echter minder waar. Lodewijk de Waal had ons al gewaarschuwd dat het even kon duren voordat je met zestig man op een lijn zit (waarom eigenlijk?), het suikerfeest- en marsepeingehalte van de initiatieven die we tot op heden op de site vinden getuigt in geen geval van een VOC-benoemersmentaliteit.

Hoe hartverwarmend activiteiten als: bezoek leerlingen blanke-zwarte scholen aan zwarte-blanke scholen / soepdag voor de wijk waarin iedereen soep maakt uit eigen land / zangimprovisatie met stemvorming uit verschillende tradities / aanbod cursus Islam gericht op ontmoeting en dialoog ook mogen zijn, hiervoor heb je de steun van Joris Voorhoeve, Sybilla Decker en Arthur Docters van Leeuwen niet nodig. Dit is Jostibandniveau.

Net als de Internationale Socialisten ben ik van mening dat er tot op heden niets is benoemd, al verschillen wij radicaal van mening over wat er benoemd had moeten worden. Volgens de IS is Geert Wilders het Kwaad zelf en moet hij hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de tsunami van islamofobie die ons land overspoelt. Zelf ben ik geneigd te denken dat Geert Wilders, 'de islamofobie' en 'het racisme' niet de oorzaak zijn van iets, maar het gevolg. Het gevolg van twintig jaar niet benoemen om precies te zijn.

Juist daarom ben ik zo benieuwd naar wat Doekle and his goodfellas uiteindelijk zullen benoemen. Zestig mannen en vrouwen rond de tafel en dan bedenken welke vraagstukken en uitgangspunten ten grondslag liggen aan de tweedeling van Nederland. Een ware Hercules-taak voor wie dit land twintig jaar lang door polariserende roze bril heeft bekeken. Invoelend als ik nu eenmaal ben wil ik de vergadering een voorzetje geven.

Ik benoem:
1. Er is een wezenlijk verschil tussen de integratie van moslims in de Nederlandse gemeenschap en de introductie van de Islam in de Nederlandse cultuur en rechtspraak.
2. De Islam in haar volle glorie is een staatsbestel op zich, een theocratie. Een theocratie is onverenigbaar met de Nederlandse democratie.
3. Moslims en moslimorganisaties moeten er kennis van nemen dat het nastreven van zo'n theocratie in Nederland altijd op veel verzet zal stuiten. Zo zijn de uitgangspunten van de SGP en Hizb ut-Tahrir beide en in gelijke mate onverzoenlijk met de essentie van Nederland.
4. De vrijheid van meningsuiting en expressie zijn een onvervreemdbaar recht van iedere Nederlander. Er gelden hier geen andere restricties dan dewelke door de wetgever zijn vastgesteld
5. Geen enkel boek en geen enkele religie zal gevrijwaard worden van kritiek
6. Het antwoord op kritiek dient niet gezocht te worden in bedreiging en moord
7. Vanuit de vrijheid van godsdienst kunnen geen eisen gesteld worden aan de inrichting van de publieke ruimte, noch kunnen eisen gesteld worden aan het niet-belijdende deel van de samenleving
8. Het staat ieder individu vrij op enig moment een geloof de rug toe te keren zonder hiervoor vanuit de gemeenschap op enigerlei wijze gestraft of vervolgd te worden

De punten 1 t/m 3 zijn nieuw, met de punten 4 t/m 8 is elke Nederlander is opgegroeid. We hebben ze nooit expliciet benoemd maar ze zijn bepalend voor de manier waarop we tegen de maatschappij aankijken. We merken vaak pas dat ze er zijn op het moment dat eraan getornd wordt. Dan komt de vraag "hé, wat mot dat?".

Dit is de vraag die in het debat nooit wordt gesteld, wat of dat mot. De punten hierboven zijn nooit benoemd. De antwoorden liggen al klaar. Links Nederland zegt "ze willen een leven, net als wij". De rest zegt: "ze nemen ons land over met die Islam van ze". De een benoemt mensen, de ander een cultuur. Dat praat niet lekker.

Hier ligt dan ook de essentie van het probleem, zijn het de mensen of is het hun cultuur? Er zijn organisaties als Hizb ut-Tahrir (groot fan van Doekle overigens), die onomwonden toegeven een wereldwijd kalifaat na te streven. De woordvoerder van HUT Nederland, dhr Okay Pala verklaarde onlangs nog "We zijn het niet eens met de vrijheid van meningsuiting, omdat we democratie afwijzen". Veel duidelijker kun je het niet krijgen. Hier de ogen voor sluiten omwille van de individuele moslim is niet alleen kortzichtig, het is misdadig.

"Ja maar het is slechts twee promille van alle moslims in Nederland die er zo over denkt" verklaart dan minister Vogelaar. Dat klopt, maar het is diezelfde twee promille die vrijdags voorgaat in de moskee. Het is diezelfde twee promille die pretendeert moslims in de diaspora te willen helpen maar er ondertussen een ultra-nationalistische of orthodox-religieuze tweede agenda op nahoudt. Integreren op de wijze zoals dat in Nederland al eeuwen gebeurt wordt zo onmogelijk.

Dit is wat de aanhangers van Geert Wilders zien, al brengen ze het soms wat onbeholpen onder woorden. Dit is wat de voorstanders van culturele integratie keer op keer verdoezelen en vergoeilijken.

De dupe hiervan zijn die tienduizenden moslims in Nederland die wél willen benoemen. Die zich herkennen in de bovenstaande punten en er geen moeite mee hebben. Moslims die daadwerkelijk gebruik willen maken van hun Nederlandse paspoort. Hen wordt een gelukkig leven onmogelijk gemaakt omdat ze gechanteerd worden door extremisten uit eigen gelederen enerzijds, en de slappe knieën van niet-benoemende 'weldoeners' anderzijds.

Van Wilders hebben zij namelijk niets te vrezen. Wilders vervolgt niet, Wilders doodt niet, Wilders benoemt.
En dat is wat Terpstra en de zijnen nu ook moeten doen, benoemen. Dat we kunnen bouwen geloof ik wel maar over benoemen heb ik zo mijn twijfels. Voor de zekerheid dus nog maar even de vervoegingen:

Ik benoem
Terpstra gaat benoemen
Hizb ut-Tahrir heeft benoemd
Geert Mak zal niet benoemen
Cohen zou hebben benoemd (maar..)
Vogelaar bouwt
Wij moeten benoemen.

Friday, January 11, 2008

Redelijkheid

Van Doekle Terpstra's initiatief 'benoemen en bouwen' kun je zeggen wat je wilt maar één ding staat als een paal boven water, het is een schrijnend voorbeeld van tien jaar multiculturele taalerosie. De ooit zo kenmerkende begrippen tolerantie en respect zijn na twintig jaar politieke correctheid geërodeerd tot het betekenisloze ‘samen leven, samen werken’. En nu dreigt de redelijkheid hetzelfde lot te ondergaan dankzij ‘benoemen en bouwen’.

De redelijkheid nota bene, "het te werk gaan volgens de rede" zoals van Dale het omschrijft. In de filosofie en theologie staat de rede voor "alles wat in de wereld gekend kan worden". Alles wat je kunt aanraken, observeren en uit de natuur is te verklaren, behoort tot het domein van de rede. God, wonderen, zieleheil en gebeden behoren tot het domein van de metafysica, de spirituele wereld.


In Trouw appelleert Terpstra aan onze redelijkheid om tégen de verwildering en vóór de normen en waarden van een multiculturele samenleving te kiezen. Heel redelijk allemaal, toch? Als de petitie daarentegen zou oproepen de rede op te schorten en te kiezen voor gebed en wonderen, zou menigeen zich achter de oren krabben. Toch is dit waar een publieke (her)introductie van God en Allah uit naam van de rede een opmaat voor is. Kennelijk hebben de (inmiddels) 6761 ondertekenaars er geen flauw benul van wat de rede voor de westerse wereld betekent en hoe wij tot rede zijn gekomen; misschien ook hebben zij dat wel maar staat deze seculiere maatschappij hen niet aan.


Dankzij de Verlichting, eeuwen van moeizame wetenschappelijke vooruitgang en een strikte scheiding van kerk en staat, leven we nu in een Europa waar geloof en rede naast elkaar bestaan. De Islam (en ook de orthodoxe Protestantse Kerk) kennen deze scheiding van geloof en rede niet. De Islam stelt dat het geloof slechts een klein onderdeel uitmaakt van de Islamitische levenswijze. Het is, zo stelt zij zelf, een allesomvattende overtuiging met voorschriften voor kleding, sociale omgang, eten, financiering en zelfs een eigen rechtspraak. De vrije, ongebonden rede zoals wij die in het Westen ervaren, heeft in een dergelijke constellatie geen plaats.


Als beheerder van dit aan de rede gewijde log acht ik het mijn plicht in het kort vijfentwintig eeuwen rede in herinnering te brengen en aan te geven hoe de ongetwijfeld goedbedoelde acties van empatische witte mannen als Doekle Terpstra, dit in no-time om zeep kunnen helpen.


Tot aan het moment dat de Griekse filosoof Thales van Milete (620-540 v.Chr) stelde dat de verklaring van natuurlijke verschijnselen niet in mythen maar in de natuur zelf gezocht moest worden, was goddelijke activiteit de oorzaak van alles wat zich in de natuur afspeelde. Bliksem, eb en vloed, ziekten en de wisseling der seizoenen, aan alles lag een goddelijke oprisping ten grondslag. Thales was de eerste die het metafysische godenrijk loskoppelde van de fysische rede.


Heel, heel langzaam groeide hieruit het besef dat observaties om verklaringen 'volgens de rede' vroegen en niet om nieuwe mythen. Het denken om het denken deed zijn intrede. Naast pure filosofen waaronder Socrates en Plato bracht deze beweging ons ook proto-wetenschappers als Pythagoras, Aristoteles en Archimedes. Namen die we nu nog kennen omdat de rede waarmee zij hun observaties omkleedden nog steeds valide is; dit in tegenstelling tot de mythen uit het Griekse pantheon die vandaag de dag hooguit een glimlach om onze lippen toveren maar geen deel meer uitmaken van het dagelijks leven.


Na de oude Grieken gebeurde er op filosofisch-wetenschappelijk terrein in Europa lange tijd niets. De filosofen, theologen liever, uit het vroege Christendom wendde hun 'door God geschonken' rede aan om Zijn bestaan te bewijzen. Alle observaties die niet in overeenstemming waren met de Schrift of de dogma's werden ontkend en terzijde geschoven. Exact hetzelfde gebeurde vanaf de twaalfde eeuw in de Islamitische wereld waar Averoës het licht uit mocht doen. De dogma's van het geloof waren alleenzaligmakend en het werd donker in onze contreien.


Deze duisternis hield aan tot het moment dat Copernicus, Galileo en Newton de Verlichting inluidden. Het zuivere denken en observeren begon langzaam weer vorm en momentum te krijgen. Welliswaar verklaarden wetenschapsfilosofen als Gallileo en Newton dat hun bevindingen en beschrijvingen slechts de onvoorstelbaarheid van God's perfectie illustreerden, de cumulatie van wetenschappelijke bevindingen die op geen enkele wijze in de Schrift waren terug te vinden maakte dat geloof en rede op gespannen voet met elkaar kwamen te staan.


Echt oorlog werd het toen Darwin in 1859 met zijn 'Origin of Species' op de proppen kwam en daarmee de kern van het geloof, de scheppingsdaad, torpedeerde. Dogmatisch geloof en wetenschappelijke rede werden dientengevolge onverenigbaar. In de daarop volgende decennia zorgden Einstein's relativiteitstheorie, de quantummechanica en de kosmologie ervoor dat de afstand tussen geloof en wetenschap steeds groter werd, waardoor het geloof noodgedwongen een steeds persoonlijker en onbenoembaarder karakter kreeg. God was definitief verwijderd uit de fysieke wereld, het domein van de rede.


Het wetenschappelijke succes van de menselijke rede was voor paus Johannes Paulus II zelfs aanleiding om in 1992 Galileo te rehabiliteren en de evolutietheorie als verklaring voor het onstaan van de mensheid te accepteren. Wel bleef God verantwoordelijk voor de Big Bang. Hij bekrachtigde deze visie in zijn encycliek 'fides et ratio' waarbij het geloof officieel buiten de rede werd geplaatst.


Protestanten en Islamieten onderschrijven deze scheiding niet. Voor hen is God nooit weggeweest uit de fysieke wereld en is het Darwinisme een dwaalleer. Daarom worden in Amerika grote sommen geld in religieus-politieke tegenbewegingen als creationisme en intelligent design gepompt met als gevolg dat inmiddels 53% van de Amerikanen gelooft dat God de wereld schiep en Darwin een ketter was. Bij moslims ligt dit niet anders. Op de Nederlandse universiteiten kijkt niemand meer vreemd op wanneer Islamitische studenten bij een vak als evolutieleer wegblijven, zich beroepend op het scheppingsverhaal uit de Koran.


Geloof en rede zijn onverenigbaar. Sinds Thales hebben vijfentwintig eeuwen filosofie en wetenschap aangetoond dat er voor geloof en rede geen gemeenschappelijke basis bestaat. De rede kan definitief niet uit het geloof verklaard worden maar andersom komen we steeds dichter in de buurt en gloort ook hier de verlichting. Om die reden gruw ik van oproepen als die van Terpstra en zijn medestanders die mij vertellen dat ik geloof en rede na vijfentwintig eeuwen strijd opnieuw moet samenvoegen omdat ik anders onredelijk ben.


U hebt het mis heren. Ik ben een redelijke mens, althans, in de werkelijke betekenis van het woord. Uw redelijkheid daarentegen meneer Terpstra, is de redelijkheid van kerkvader Augustinus die in de vierde eeuw van onze jaartelling stelde dat "de rede de dienaar is van het geloof". En u meneer Rabbae vraag ik: ligt het aan mijn gebrek aan redelijkheid dat ik uw uitspraak "wij islamieten accepteren homosexualiteit nu eenmaal niet" van een extreme onredelijkheid vind getuigen?


En wat te denken, o goedgelovige witte mannen, van symphatiserende organisaties als het 'Contactorgaan Moslims en Overheid' dat krachtig stelling nam tegen de onredelijkheid van de Deense cartoons, of Ayhan Tonca die het nog steeds redelijk vindt dat Turkije de Armeense genocide ontkent? Om nog maar te zwijgen van Hizb ut-Tahrir dat liever vandaag dan morgen een wereldwijd kalifaat installeert.


Als dit uw definitie van redelijkheid is, noem mij dan gerust onredelijk.
Gratis web site teller.