Friday, June 28, 2013

Vals geld veroorzaakte crisis



Nederland betaalt jaarlijks een slordige 10 miljard aan rente over haar schulden. Wereldwijd betalen overheden samen zo'n 1750 miljard. Een onvoorstelbaar groot bedrag, zeker als je bedenkt dat het voor een groot deel vals geld betreft. Geld dat geen waarde heeft. Geld dat de wereld in een financiële crisis gestort heeft en dat in de toekomst weer zal doen.

We zijn snel geneigd te denken: geld is geld. Of het nu rente op schulden betreft of uitgaven uit belastinginkomsten, het is allemaal onderdeel van het huishoudboekje van de Staat. Wat we daarbij over het hoofd zien is dat rente een heel bijzonder soort geld is. Rente is een certificaat van economische groei. Dat is als volgt te begrijpen.

Als een lening van 100 euro à 10% aan het eind van de looptijd is afgelost, dan is er in totaal 110 euro betaald. Dit weten en begrijpen we allemaal. Maar waar we ons vaak niet bewust van zijn is de onderliggende betekenis van lenen en aflossen. Wie daarvan echter doordrongen is begrijpt dat een lenende overheid niets anders kán dan een economische crisis veroorzaken.

In het voorbeeld hierboven vallen twee dingen op. Ten eerste: het bedrijf dat leende was kennelijk niet in staat om 100 euro te investeren maar is nu wél in staat om 110 euro terug te betalen. Hoe is dat mogelijk? Ten tweede: waar er eerst maar 100 euro was, is er nu plots 110 euro. Waar komt dat geld vandaan?

Beide fenomenen kennen een simpel antwoord. Het bedrijf dat de lening ontving heeft daarmee haar productie-capaciteit vergroot (of anderszins opbrengsten gegenereerd) die het bedrijf in staat stelde niet alleen de oorspronkelijke 100 euro terug te betalen, maar ook de 10 euro aan rente. We kunnen stellen dat het bedrijf in economisch opzicht is gegroeid en de rentebetaling vormt daarvan het bewijs.

Door die economische groei is er voor 10 euro extra aan producten voor de afnemers gecreëerd. Daardoor is er echter ook een probleem ontstaan, want feitelijk komen we nu 10 euro tekort. Als u en ik namelijk de enige klanten op aarde waren en het bedrijf van zoëven het enige bedrijf, dan hadden wij nu onvoldoende geld gehad om die extra producten af te nemen. Ons geld is namelijk al op gegaan aan de oude productie van 100 euro en meer geld was er niet in omloop.

In de echte wereld is dit het punt waarop de Centrale Bank ingrijpt. Als de CB constateert dat er sprake is van economische groei, dan zal ze geld bijdrukken. Hiermee wordt krapte voorkomen en blijft het evenwicht tussen 'economische waarde' en de geldhoeveelheid bewaard. Dit is noodzakelijk voor stabiliteit.

Waarom is het dan verkeerd dat een overheid geld leent uit ditzelfde circuit? Immers, als ze netjes de rente terugbetaalt - wat ze ook doet - dan maakt het toch niet uit wie het geld leent? Wel, dat maakt heel veel uit. Want het is van wezenlijk belang waarvóór je het geld leent. Iedere bankier kan dit beamen. De vraag die een bank zich bij iedere kredietbeoordeling stelt is namelijk: levert de investering die dit bedrijf wil doen een zodanige productievergroting op dat de lening na afloop inclusief rente kan worden terugbetaald? Met andere woorden: groeit de economie erdoor?

Wie de miljoenennota van onze overheid erop naleest begrijpt onmiddellijk dat een aanzienlijk deel van de overheidsuitgaven nooit tot productievergroting zal leiden. Zorg, uitkeringen, subsidies en defensie om er eens een paar te noemen zijn stuk voor stuk kostenposten. Het zijn geen investeringen waarvan iemand verwacht dat ze voldoende geld opleveren om daaruit de rente te betalen. En daar zit hem het levensgrote probleem.

Want over geleend geld betaal je rente. En rente is een certificaat van economische groei. De Centrale Bank zal genoodzaakt zijn om geld bij te drukken omdat rente nu eenmaal nieuw geld is. Doet ze dat niet dan ontstaat er krapte, met alle gevolgen van dien. Nadat de overheid een lening heeft afgelost is er zodoende geld aan de geldhoeveelheid toegevoegd. Echter, zonder dat de onderliggende economie vergroot is. Economisch gezien is het dan ook vals geld.

Dit valse geld (de rente) komt vervolgens terecht bij de oorspronkelijke geldverstrekkers, de financiële markten. In de afgelopen decennia is er op deze manier voor duizenden miljarden aan valse euro's bij met name de banken terecht gekomen. Op dat punt valt banken dan ook veel te verwijten. Zij hebben bij de kredietverstrekking niet gekeken naar de reden voor de lening, zij hebben alleen gekeken of een overheid de lening terug kon betalen. En dat kunnen overheden in de regel.

Aflossingen op obligaties leidden er zo toe dat de financiële markten langzaam overspoeld raakten door een tsunami van vals geld. Op de keper beschouwd is een staatsobligatie voor de economie daarom een veel gevaarlijker product dan welk derivaat dan ook. In een staatsobligatie zitten veel kosten verpakt, veelal politiek getinte kosten, die nooit hun rente zullen opbrengen. En toch moet die rente betaald worden en moet de CB het benodigde geld bijdrukken.

De enorme hoeveelheid geld waarme 'de banken' zo kwamen te zitten is er de oorzaak van dat een aantal investeringsbanken een balanstotaal hebben opgebouwd dat soms tot wel vijf maal het BNP bedraagt en dat gelijke tred hield met de overheidsschuld. En omdat banken redement moeten behalen op het eigen vermogen investeerde men in nieuwe markten. Denk hierbij aan vastgoed, termijnmarkt, alternatieve energie, et cetera.

Met het instorten van die markten werd de crisis voor iedereen zichtbaar. De banken kwamen in de problemen en moesten gered worden met belastinggeld. De crisis kreeg ook een naam: de bankencrisis. Het kapitalistisch systeem had gefaald. Een fantastisch staaltje spindokteren van MSM en overheden waarbij oorzaak en gevolg schaamteloos werden omgekeerd. Niet de overheden, die via de financiële markten een onuitspreekbare hoeveelheid vals geld de economie inpompten hebben schuld, maar de banken. De banken die het overmaakten.

Sunday, June 23, 2013

Islamofobie en respect


Op een overigens gezellig partijtje betitelde een van de aanwezigen mij gekscherend als islamofoob. Om daar vervolgens op serieuzere toon aan toe te voegen 'maar je kunt toch wel respect hebben voor moslims'? Zoveel emo-logica in één zin, daar staat je verstand bij stil.

Stel, ik heb pleinvrees, ook dat is een fobie. Ik zal zo'n ruimte nooit durven oversteken. Ik zal er in een eerbiedwaardige boog omheen gaan, als betrof het heilige grond. Mijn gedrag in dat opzicht is gelijk aan dat van de man voor wie het plein daadwerkelijk heilige grond is. Ook hij zal er omheen lopen als zijn overtuiging dat voorschrijft. Zo betonen wij ieder op onze eigen wijze respect aan het plein. Letterlijk, want het woord respect betekent zoveel als: 'eerbied uit hoogachting of angst'.

Daarom, uit de aard van zijn ziekte, respecteert een islamofoob de islam. Hem respectloosheid verwijten staat gelijk aan hem ‘beter’ verklaren. "Toon eens een beetje respect voor dat plein agorafoob! Loop er niet dwars overheen!" Zoiets dus. Gevoelsmatig zal het allemaal wel kloppen maar de logica ontbreekt. De klassieke logica in de argumentatie is vervangen door emo-logica, een verwoord gevoel dat de status van 'echt' heeft omdat de spreker het écht zo voelt. Mij irriteert het mateloos.

Ook irritant is de impliciete gelijkschakeling van moslims en islam. Ik maak altijd bewust een onderscheid tussen het individu en zijn geloof. Pas wanneer iemand z'n individualiteit vrijwillig aflegt om zich te onderwerpen aan het collectief, en zo - volgens de definitie van Kant - een omgekeerde Verlichting doormaakt, pas dan vervalt voor mij het praktisch onderscheid tussen gelovige en geloof.

De kosmopoliet die de multiculturele samenleving verdedigt maar deze begrippen door elkaar gebruikt, geeft te kennen dat hij moslims op voorhand geen identiteit toedicht anders dan 'onderworpene' en ‘dienaar van Allah’. Maar is dat niet juist wat hij zijn critici verwijt? Djeez man, what's your point!?

Monday, May 27, 2013

Ondertussen in Staphorst

Het is stil in de buitenwijken van Staphorst. Voor het eerst in vijf dagen bleef het vannacht rustig. Op straat ligt nog het glas en her en der staan uitgebrande autowrakken. Ze verspreiden de geur van brak bluswater en verbrand rubber. Achter ons duikt een ouder echtpaar op. Zij draagt de traditionele beenbedekkende kleding, hij is in het zwart met dito gleufhoed. "Rot op naar je eigen wijk!" bijten ze ons toe. 
 
Ik loop met sociaal antropoloog Ed Nienström door het deel van Staphorst dat vorige week wereldnieuws werd. Nachten was dit gebied het toneel van ongekend heftige rellen en bruut geweld. Geweld dat zich richtte tegen hulpdiensten en alle niet-christelijke elementen en personen in de wijk. Net als ik loopt Ed Nienström hier voor het eerst, maar toch is de situatie voor hem zeer herkenbaar.
 
"Het verbaast me niets dat zit gebeurt" zegt Ed. "We zagen dit ook vorig jaar bij het Chinezen-oproer in Amsterdam. Ook daar ontlaadde zich de frustratie om het 'niet geaccepteerd worden’ in brandstichting en vernielingen". Volgens Nienström zitten media en politiek er flink naast door constant culturele of etnische verbanden te willen zien want, "die zijn er niet" weet hij. "Dit is een jongerenprobleem, steeds meer jongeren voelen zich gediscrimineerd en buitengesloten. Ze voelen zich de generatie aan wie alles voorbijgaat".
 
De socioloog wijst in dit verband op de Staphorstse jeugd. Deze jonge christenen weten zich niet geaccepteerd door de samenleving omdat hun geloof belachelijk wordt gemaakt; met name door zekere politici. "Wanneer je steeds te horen krijgt: ja maar in Staphorst dit en in Staphorst dat, dan barst op een gegeven moment de bom. Daar doe je niets aan". 
 
En dat die bom inmiddels gebarsten is moge duidelijk zijn. Zoals het ook duidelijk is dat Staphorst in dit verband niet meer is dan een incident. De recente aanslagen en lynchpartijen door kruisvaartactivisten tonen aan dat de onvrede diep zit. Het is een veenbrand die overal in Europa bovengronds kan komen. Toch beklemtoont Nienström nogmaals dat het hier geen cultureel of religieus geïnspireerd fenomeen betreft.
 
“Als dit zich zou beperken tot christelijke jongeren van Europese komaf dan zouden we het inderdaad in die richting moeten zoeken” zegt Nienström. “Maar de recente problemen met Chinese jongeren in Amsterdam, Parijs en Stockholm tonen wat binnen de sociale en culturele antropologie al langere tijd bekend is: Europa heeft een jongerenprobleem”.
 
Nienström pleit dan ook voor oplossingen in Europees verband. Zijn faculteit doet sinds 2012 onderzoek naar de mogelijkheden van wat hij noemt een ‘sociaal contract’. Jongeren zouden middels zo’n contract de garantie moeten krijgen op werk dat “in overeenstemming is met hun cultureel bepaalde verwachtingspatroon”. De socioloog is zich er terdege van bewust dat het nog jaren kan duren voordat de overheid voldoende geschikte banen heeft gecreëerd maar hij is op dit punt zeer pragmatisch. “Het werk is nu zeer ongelijk verdeeld, ik kan mij een overgangsfase voorstellen waarin een regime van compenserende werkkringdistributie van kracht is”.
 
Met deze laatste overweging moeten wij ons gesprek helaas beëindigen. Het is inmiddels gaan schemeren en er komt meer volk op straat. Wij worden aangesproken door een jongerenwerker die aangeeft dat onze aanwezigheid mogelijk als provocatie wordt opgevat. We besluiten daarop te vertrekken en hopen dat het ook vannacht rustig zal blijven in Staphorst.
Gratis web site teller.