Hoe
onoverbrugbaar breed de kloof met links geworden is werd de afgelopen
maanden pijnlijk duidelijk na de brexit en de verkiezing van Donald
Trump. Een onbeteugelde boosheid maakte zich meester van het
Samaritaanse smaldeel. Wie had het gewaagd de deur van de ivoren
toren open te zetten? Waarom overstemde straatrumoer de
bovenzinnelijke klanken waarmee de ruimte gevuld hoort zijn? Te
wapen! fascisten aan de poort!
Nu
is de tegenstelling tussen links en rechts van alle tijden, maar in
mijn beleving draaide die tot de jaren negentig toch vooral om de
vraag hoe al die prachtige
progressieve ideeën te financieren. Moest het bedrijfsleven worden
uitgekleed of zouden we de inkomstenbelasting naar 100% tillen, zoals
de PSP wilde? Evenwel waren beide kampen het erover eens dat de koek
eerst verdiend moest worden voor je hem kon verdelen, om het met de
woorden van Wouter Bos te zeggen.
Dat
ordinair boekhoudkundige speelt nu veel minder een rol. In de
beleving van links 'is geld er gewoon' en om eraan te komen is enkel
'vernieuwende politiek' nodig. “Eerst mensen, dan cijfers” zegt
GroenLinks onomwonden en ze heeft dat inzicht inmiddels uitgebreid
naar klimaat en milieu. Bovendien, wie zijn wij om aanspraak te
kunnen maken op dit stukje grond waar toevallig de welvaart is?
Iedereen heeft daar recht op! Open minds en open borders want
uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde en zijn we allemaal van
goede wil. Toen was het halen nu is het brengen. We moeten eerlijk
delen want deze sterke schouders hebben een ereschuld in te lossen.
En zo voort en zo verder, vooral omlaag.
Links
is volkomen losgezongen van de realiteit. Het links universum is een
gecapitonneerde kamer waar Asha ten Broekes hun eigen wereldjes
borduren en waar de enig overgebleven ongelijkheid nog bestaat in het
biologische verschil tussen man en vrouw. Maar ook daaraan wordt
gewerkt door jongetjes als meisjes op te voeden en de gendervariëteit
zo ver op te rekken dat straks niemand meer weet wat-i met z'n
geslacht aan moet; het post-gender tijdperk staat op aanbreken. Links
heeft haar droomwereld aangekleed als werkelijkheid en het resultaat
is een ridicule maar o zo gevaarlijke travestie.
Gevaarlijk
omdat men oprecht denkt dat deze totalitaire vorm van altruïsme en
gelijkheid ook door de rest van de mensheid wordt gedeeld. Het
tegendeel is waar. Een ruime meerderheid gaat voor het eigen belang
en de eigen cultuur. En dat het Westen zich daarbij zonder slag of
stoot laat nemen, des te beter. Maar wie daartegen waarschuwt, wie
daartoe aan de poort van de ivoren toren rammelt – zelfs met een
democratisch verkregen mandaat op zak – die is een fascist. “Maybe
we have too much democracy” was een reactie in de Amerikaanse media
op Trumps overwinning, want een democratie met zo een uitkomst is
natuurlijk geen democratie.
Voor
links heeft de democratie afgedaan, ze speelt het spel nog pro forma
mee maar het liefst zouden de Amerikaanse Democraten samen met
Europees links een dictatuur instellen om ons, het volk, te
beschermen tegen alle kwaad, maar vooral tegen alle kwade ideeën.
Gelijk socialistische voorgangers als Stalin, Mao, Pol Pot, Castro en
zo nog een paar. Ik kan me goed voorstellen dat menig rechtsmens met
weemoed terugdenkt aan figuren als Joop den Uyl, die tegen
massa-immigratie waren en de koek verdeelden onder 'behoeftige'
landgenoten. Maar Den Uyl was dan ook een racist, naar de huidige
linkse maatstaf gemeten.