Saturday, November 10, 2007

Een krachtland

Zelden trof ik een gelukkiger en optimistischer land dan Nederland. Waar volkeren elders in de wereld geteisterd worden door natuurrampen, oorlogen of gebukt gaan onder de loodzware dreiging van het internationale terrorisme, daar getuigen politiek en media in dit kleine landje dagelijks van het feit dat het ook anders kan.

Hier treffen we namelijk geen banlieu’s met tuig, maar krachtwijken met kansenjongeren. Hier geen politici die willens en wetens hele bevolkingsgroepen beledigen onder het mom van ‘vrijheid van meningsuiting’, die fase is men voorbij. Hier ook geen megalomane projecten als driebaans snelwegen dwars door ecologische parels als de Randstad, het leefmilieu wordt in alle opzichten gekoesterd.

Hoe nu, zo zult u zich afvragen, heeft men dit voor elkaar gekregen? Hoe kon een Europees land, dat zich drie jaar geleden nog het best liet omschrijven als een liberale technocratie, opstandig en argwanend, met zegsmannen en –vrouwen die geheel Europa shockeerden, zich in zo korte tijd omvormen tot een waarachtig gidsland? Nu dat ging als volgt.

Toen het laatste neo-liberale kabinet begin 2006 viel, werd het Nederlandse volk in november van dat jaar naar de stembus geroepen. En de keuze van het volk was eenduidig. Het koos voor moraal en saamhorigheid. Het koos voor elkaar en tegen de geestelijke en ecologische armoede die waren voortgekomen uit tien jaar economisch imperialisme. Het volk wilde geestelijk leiderschap, het wilde verlossing van de schreeuwerige dissidenten die telkenmale weer een wig probeerden te drijven tussen de oude Nederlanders en de nieuwe Nederlanders. Het wilde de boel bij elkaar houden en de natuur in stand. En zo geschiedde.

De formatie duurde lang, maar niet lang genoeg om alle spelers van de nieuwe plannen op de hoogte te brengen. Hiertoe ontbraken nog 100 dagen om alles tot in detail met de troepen in den lande door te spreken. In een briljant moment verklaarde JP, de nieuw verkozen roerganger, dat het volk 100 dagen de tijd kreeg de motivatie van haar keuze toe te lichten en gemiste punten alsnog op de agenda te plaatsen. Zo werden er nieuwe wensen genoteerd, waaronder het door de bevolking node gemiste ‘centrale meldpunt voor gestolen fietsen’, en een aantal beleidslijnen werd vroegtijdig geconcretiseerd resulterend in ‘de gedragscode voor audiovisuele media’ en het ‘bevorderen van een respectvolle omgang met elkaar’ . En toen was men er klaar voor. Samen werken, samen leven; na jaren van stille voorbereiding ging het er nu dan eindelijk van komen.

Om beleid en uitvoering één op één te laten lopen werden alle programmapunten tot ministriële portefeille verklaard en zo kwam men tot het Ministerie van Integratie en Krachtwijken, het Ministerie van Milieu en Economische Deconstructie, het Ministerie van Nivellering en tenslotte het Ministerie van Fastoen en Opvoeding, al was dit laatste ministerie feitelijk een eenmansbedrijf. Deze vier ministeries hadden een Herculestaak te volbrengen die een zeer strakke regie zou vergen en veel geld ging kosten maar die uiteindelijk Nederland weer op de kaart zou zetten als het Prachtland dat het altijd was geweest: proper, tolerant, rechtvaardig en één onder God.

Aan het Ministerie van Nivellering was het de begroting rond te krijgen. Men schatte 5,5 miljard nodig te hebben voor een eerste basis onder het nieuwe beleid. Dit werd gevonden in een lastenverzwaring voor de burgerij. Een lastenverzwaring die welliswaar de hoogste was sinds het bestaan van dit dappere koninkrijkje, maar wel een die de toets der rechtvaardigheid kon doorstaan. Van enige noemenswaardige oppositie was dan ook geen sprake en de vakbonden, die in de 100 dagen ervoor uitvoerig waren geconsulteerd, konden zich dan ook prima in de plannen vinden. De sterkste schouders zouden de zwaarste lasten dragen en ook de BTW-verhoging, de additionele heffingen op vliegtickets, auto’s van de zaak en andere vormen van ecologische destructie werden onder de noemer ‘milieuheffing’ probleemloos door de kamer geleid. Daarmee was de financiële basis gelegd en konden de handen uit de mouwen.


Als eerste was minister Vogelaar van Integratie en Krachtwijken aan de beurt. Op haar schouders rustte een enorme verantwoordelijkheid. Hoe immers de schade te herstellen die demagogen als Fortuyn, Hirsi Ali en van Gogh hadden aangericht? De 450 miljoen die haar hiervoor ter beschikking stonden zouden welliswaar volstaan voor de invulling van de plannen maar dan moest eerst het roer om. Eerst moest het publiek weer echt Nederlands leren denken, eerst moest de tolerantie en relativering die haar Nederland zo eigen was geweest weer terug. Dit kon ze echter niet alleen, zulke zaken vereisen een natiebrede aanpak en hiervoor was ze afhankelijk van de media, de echte media welteverstaan zoals echte kranten en televisiejournaals.

Deze hadden de ommezwaai zien aankomen en waren voorbereid. Vanaf 9/11, toen de hele wereld een haatcampagne voerde tegen een bevolkingsgroep die het toch al zo moeilijk had, hadden zij vastgehouden aan het Eurabisch ideaal. Met rechte rug hadden zij de ultranationalistische xenofobe stormen die door Fortuyn waren opgeroepen en door vazallen als van Goch nog eens waren aangewakkerd doorstaan. Zelfs toen deze dissonanten eindelijk zwegen hadden zij niet nagelaten querulanten de maat te nemen en de eigen gelederen te zuiveren. Wat immers vermochten 450 miljoen euro wanneer figuren als Groenhuijsen en Hemelrijk bleven funguren als spreekbuis voor economisch fascisme en religieuze haatzaaierij? Niets! Maar gelukkig was alles tijdig geregeld en waren de laatste kritikasters die zich hardnekkig ‘sociaal en progressief’ bleven noemen, maar ondertussen niet in de gaten hadden dat de revolutie zich al had voltrokken, verbannen naar de uithoeken van het internet waar de oppassende mensch zich goddank nooit begaf.

Zo wist de minister zich ervan verzekerd dat de belastingbetaler, die haar schitterende plannen financierde, waar voor zijn geld kreeg en niet werd afgeleid door politieke ruis en goedkope stemmingmakerij. Een gecalculeerde uitzondering hierop vormde de oppositie, en dan met name de imperialistisch-zionistische oppositie in de vorm van de heer Wilders. Deze had het zelfs een keer bestaan te roepen: “mevrouw de minister is knettergek!”. Hilariteit alom natuurlijk want zelfs het volk begreep dat dit niet kon. ‘Gefundenes Fressen’ had collega Hirsch van het Ministerie van Sociale Rechtvaardigheid het lachend genoemd. Nederland was er klaar voor.

“Een burka moet mogen” zei de minister kort na haar aantreden en “Ik voorzie dat men in de eeuwen na ons zal spreken van een Joods-Christelijk-Islamische traditie” bij een latere gelegenheid. Ze was zich hierbij natuurlijk terdege bewust dat het de anti-Islam sentimenten die nog lang niet waren uitgeroeid zou prikkelen, maar het kabinet had besloten om pro-actief de grenzen weer daar te leggen waar ze hoorden. Tevens pastte dit in het plan om van tijd tot tijd een oefening in regie te houden waarbij werd gekeken hoe men, met behulp van de media, opstootjes zo efficient mogelijk kon downplayen. Dat dit de bewindvoerders steeds beter af ging bleek wel tijdens het ‘Slotervaart-oproer’ dat volledig op lokaal niveau kon worden afgehandeld dankzij burgemeester Cohen, een grootheid op dit gebied.

Terwijl men zo doende was de Islamitische cultuur ‘lebensraum’ te geven, en haar maatschappelijke exponenten als Milli Gürüs, Islamitisch onderwijs, omroepen en websites middels subsidiëring van geld te voorzien, waren parallel hieraan de ministers Rouvoet van Fatsoen en Opvoeding alsmede de minister Plasterk van Fatsoenlijk Onderwijs en Zeden, druk doende het Nederlandse volk te bekeren tot de normen en waarden van de jaren ’50. Het WRR had namelijk becijferd dat het ontbreken van de Nederlandse identiteit geworteld was in een onnatuurlijk liberaal gedachtengoed dat zijn zondige klauwen reeds in de jaren ’60 had uitgestrekt naar de jeugd en al velen van het Huis had weggevoerd. Daarenboven was men met de adviseurs Tariq Ramadan en Mohammed Cheppih overeengekomen dat het Nederland van 1950 de ideale uitgangspositie zou zijn voor een op Eurabische leest geschoeide cultuuromslag .

Hiertoe moest eerst de publieke ruimte op orde gebracht worden en wel in de meest ruime zin des woords. Dit werd bereikt met een aantal eenvoudige doch doeltreffende maatregelen: kunstuitingen mochten de religieuze gevoelens niet kwetsen, de pornoficatie van Nederland diende gestopt te worden, te beginnen met de obscene donorposters in de bus- en tram-abri’s, de zondagsopening van winkels moest aan banden gelegd en de bedenktijd bij overtijdbehandelingen verlengd worden. Ook het gebruik van geestverruimende en daarmee God-onterende middelen als softdrugs en alcohol werd de wacht aangezet. Dit beleid zou ertoe leiden dat het straatbeeld weer de rust en beslotenheid ging ademen die nodig was om kerken en moskeeën hun stem terug te geven, een stem die tot dan al te vaak verloren ging in een bijkans orgastische bevrediging der zintuigen zoals we die ook in enkele donkere passages van de Schrift vinden.

Maar niet alleen de maatschappelijke ruimte verdiende aandacht, ook voor de natuurlijke ruimte was de menselijke maat weer norm geworden. Iedere verdere ontering van het landschap moest een halt worden toegeroepen; geen nieuwe of verbrede snelwegen, geen uitbreiding van vliegvelden en geen verdere stijging van het energieverbruik. De Raad van State had het op zich genomen over het landschap te waken. Zo legde men per onmiddellijk de verbreding van de A4 stil en vernietigde het wijzigingsbesluit voor vliegveld Lelystad dat vluchten van Schiphol zou overnemen. Dit alles in nauwe samenwerking met de stichting Milieudefensie. Daarnaast was men er met behulp van particulier initiatief in geslaagd Brussel zover te krijgen in Nederland 200 beschermde natuurgebieden aan te wijzen, hetgeen verdere infrastructurele uitbreidingen bijkans uitsloot. Eendracht maakt macht.

Tenslotte was het aan minister Bos van Nivellering om de economie weer gezond te krijgen. Gezond in de zin dat het imperialistisch grootkapitaal dat niets toevoegde aan de ideologische opbouw van het land, maar wel een duidelijke stem in het geheel had, geruisloos van het toneel te laten verdwijnen. De oplossing werd gevonden in een relict uit de tijd van het economisch fascisme, de vrije markteconomie. Beursgenoteerde bedrijven werden eenvoudigweg per opbod verkocht en geen oppositie die hier iets tegenin kón brengen of wilde brengen. De circel was rond en het net gesloten, het fundament voor de toekomst was gelegd.

En zo kon het gebeuren dat met een serie van ogenschijnlijk minimale maatregelen, gekoppeld aan een uitstekende regie, een landje dat jarenlang voor het Sociaal-Eurabisch ideaal verloren leek, weer terugkeerde in het Huis. Nederland, een krachtland.

Jaap

No comments:

Post a Comment

Gratis web site teller.