Saturday, September 12, 2009

Rekenkundige vooroordelen

‘Rapport rekent af met heersende vooroordelen over Marokkaanse jeugddelinquenten’ kopten de mainstream media deze week. Zo’n bericht prikkelt mijn vooroordeelkwab. Niet vanwege de Marokkaanse jeuddelinquenten, maar vanwege de zinsnede ‘rekent af’.


We rekenen namelijk heel wat af in Nederland. Sterker nog, we rekenen ons blind. Onderzoekers, overheden en ‘onderste-steen-boven’ commissies berekenen alles tot achter de komma en schrijven rapporten die ons zekerheid moeten verschaffen. Zekerheid dat het zo is of dat het nooit meer zo zal gaan. Alleen zijn er twee problemen. Ten eerste kan er anno 2009 bijna niemand meer rekenen waardoor, ten tweede, berekeningen foutief geïnterpeteerd worden.


Neem bijvoorbeeld het rapport van Gonneke Stevens over de Marokkaanse jeugddelinquenten. Het gaat mij nu even niet om who’s who maar om het rekenwerk. Dat deugt namelijk niet. Althans, niet als je daaruit de conclusies trekt die Gonneke Stevens de media toestaat eruit te trekken. De conclusies uit haar rapport hebben in de hier gepresenteerde vorm geen enkele relevantie voor de Nederlandse samenleving als geheel, hooguit zijn ze nuttig voor het personeel van de bezochte huizen van bewaring. Toch is het de vermeende maatschappelijke betekenis waar nu breeduit over wordt bericht.


Voor wie het rapport niet gelezen heeft, Gonneke en haar team onderzochten het verband tussen de herkomst van de delinquent en de aard van het delict. Er werd onderscheid gemaakt naar autochtoon, westerse en niet-westerse allochtoon, en binnen de laatste groep wordt zelfs onderscheiden of iemand uit Marokko, Turkije of de Antillen afkomstig is. Voor nu echter, interesseert mij dat niet. Het gaat mij puur om het bizarre gegoochel met cijfers waar wij de laatste jaren veelvuldig op getrakteerd worden. Cijfers die diepe indruk maken, die in zichzelf ook juist zijn maar die gratuit geëxtrapoleerd, geïnterpreteerd en gepolitiseerd worden.


Om dat duidelijk te maken veeg ik even alle allochtonen uit het rapport heel oneerbiedig op een hoop en doop ze: Arcadiërs. In Nederlandse detentiecentra zitten derhalve Arcadiërs en autochtonen en wel in de verhouding 2:1. In andere woorden: tweederde van alle gedetineerden heeft naast een Nederlands, ook een Arcadisch paspoort. Verder weten we dat Arcadiërs (buiten de gevangenis en in de onderzochte leeftijdscategorie) 20% van de totale bevolking uitmaken.


Uit interviews met de gedetineerden blijkt volgens het rapport dat van de Arcadiërs 80% vastzit wegens diefstal en 5,8% wegens een zedendelict. Bij de autochtonen ligt dat respectievelijk op 50% en 16,2%. Ook wordt duidelijk dat een Arcadiër, voorafgaand aan het interview, gemiddeld 3,5 keer eerder werd verdacht en vastgezet (tegen 2,6 keer bij autochtonen) [1]. In combinatie met het feit dat Arcadiërs in Nederland slechts 20% van de bevolking uitmaken, ontstaat nu een cijferbrij waar je even voor moet gaan zitten.


Alleen, dat gebeurt niet. Er wordt geconcludeerd dat Ardadiërs binnen de onderzochte populatie (vastgezette minderjarigen) dus minder enstige vergrijpen plegen, en vervolgens staan de opstellers van het rapport toe dat deze conclusies door de media op de Nederlandse samenleving als geheel worden geprojecteerd. En dat is vanuit rekenkundig oogpunt een kwalijke zaak. De cijfers in het rapport zijn voor de Nederlandse samenleving als geheel namelijk volstrekt betekenisloos.


Als je misdaadcijfers betekenis wilt geven voor de samenleving (zowel voor burgers als politie) dan moet je ze normaliseren en omrekenen naar de situatie waarop je ze wilt toepassen, in dit geval: de wereld buiten de gevangenis. Als burger wil ik weten: als er in mijn wijk 1000 Arcadiërs komen wonen wat betekent dat statistisch gezien voor mijn veiligheid en mijn eigendommen? En als handhavende macht wil ik weten: als de verhouding autochtoon – Arcadiër 10:1 is, aan welk personeel heb ik dan behoefte; recherche of blauw op straat? Als we ons voor de beantwoording van deze vragen alleen zouden baseren op het cijfermateriaal van Gonneke Stevens, dan ontstaat een ernstig vertekend beeld en trekken we de verkeerde conclusies.


Bijvoorbeeld, afgaand op de procentuele verhouding van het aantal zedendelinquenten (5,8% allochtoon tegen 16,2% autochtoon), dan lijkt de boodschap: als je niet verkracht wilt worden dan kan je het beste tussen Arcadiërs gaan wonen en niet tussen autochtonen. Het is ook precies de boodschap die de media eruit pikten en die door Stevens niet werd tegengesproken. Maar is dat terecht? Als we ervan uitgaan dat de recidivefactor[1] in deze cijfers is verwerkt, dan hoeven we slechts op te merken dat er verhoudingsgewijs wel erg veel Ardadiërs in het gevang zitten. Op basis van hun voorkomen binnen de totale bevolking zou je verwachten dat slechts 20% van de gevangenispopulatie van Arcadische herkomst is. Het getal is echter 3,3 maal zo groot[2].


Uit een groep van 100 Arcadiërs en 100 autochtonen gaat er dus 3,3 maal zo vaak een Arcadiër in de fout. En dan kan het wel zo zijn dat ‘slechts’ 5,8% een zedendelict begaat, als de kans op een zedendelinquent in die groep meer dan driemaal zo groot is, dan kom je op ruim 19%, en dat is hoger dan de 16,2% bij de autochtonen. Daarmee is de groep Arcadiërs buiten de gevangenis in geen geval zediger dan een vergelijkbare groep autochtonen. En het is deze groep buiten de gevangenis die mij als oppassend burger interesseert; ik bevind mij namelijk niet binnen de poorten.


Als we vervolgens nog opmerken dat de cijfers uit het rapport zijn toespitst op een specifieke subgroep[3][4] die binnen de groep Arcadiërs oververtegenwoordigd is, dan is de kans dat leden uit deze subgroep een zedendelict plegen, tenminste anderhalf maal zo groot als bij autochtonen. En die boodschap komt in het rapport niet helemaal uit de verf. Als burger heb ik daarom niets aan alle berichtgeving naar aanleiding van dit onderzoek, sterker nog, ik word ernstig op het verkeerde been gezet.


Gegeven de gevangenispopulatie en de recidiveverhouding had ik als burger graag het getal 4,45 gehoord (3,3 x 1,35). Met dit getal moet ik namelijk de kans slachtoffer te worden van een misdrijf vermenigvuldigen mocht ik temidden van Arcadiërs wonen. Het is een getal waarvan een heel andere boodschap uitgaat dan van “ja, dat zou je zo kunnen stellen” in antwoord op de vraag of autochtonen dus meer verkrachten.


Het rapport in zijn huidige vorm heeft alleen betekenis voor gevangenispersoneel. Zij weten nu, gegeven het klantaanbod op enig moment, hoeveel psychiaters en hoeveel buurtvaders ze moeten inhuren. Meer relevantie hebben de cijfers niet. Stevens had daarom de media nooit toe mogen staan de cijfers op deze wijze uit hun verband te rukken. Mijn vooroordeelkwab had het bij het rechte eind, als sociologen en actualiteitenrubrieken met cijfers aan de haal gaan, dan is de kans op misverstanden en subjectieve interpretaties levensgroot.

Noten:
------

[1] De recidiveverhouding Arcadiër – autochtoon komt daarmee op 1,35.

[2] 66% gemeten versus 20% verwacht.

[3] Het rapport en de cijfers richten zich specifiek op Marokkanen. Volgens het rapport is deze groep binnen de groep gedetineerde allochtonen (Arcadiërs) oververtegenwoordigd waardoor het verschil met de autochtone referentiegroep nog wordt vergroot. Absolute cijfers ontbreken echter in het rapport.

[4] Uit cijfers van het CBS blijkt dat 3.6% van de allochtone bevolking tussen 0-20jr een Marokkaans paspoort heeft. De totale groep niet-westerse allochtonen in deze categorie komt op 16.1%. Dus een minderheid van 22% is ‘Marokkaan’.

5 comments:

  1. Gut Jaap, nou dacht ik dat ik het niet begrepen had van die rare cijferbrei van die kulse quasiwetenschappers Gonneke en Mieneke (of hoe heten ze?) en heb ik speciaal aan jou, als wiskundig logica-genie, het verzoek gericht dit stuk te schrijven. En je heb het nog gedaan ook! Ongetwijfeld omdat je er zelf ook reuze zin an had.

    Maar laat ik nou tot de conclusie moeten komen dat ik het zelf op 4 september 1993 al begrepen had. Want toen schreef ik in Letter & Geest van Trouw:
    “Toch zijn die straatimpressies van belang, omdat ze in een grootsteedse volkswijk anders zijn dan in een gepoetste buitenwijk. Men kan nog afzien van het feit dat je in zo'n volkswijk als autochtoon met meer dan 50 procent van de mensen die daar rondlopen, weinig tot geen affiniteit hebt, maar zwaarwegender is het gegeven dat de criminaliteit onder bepaalde groepen allochtonen vier maal zo groot is als op grond van hun aandeel in de bevolking normaal zou zijn. Dit gegeven heeft in die wijken niet alleen gevolgen voor het aantal inbraken in je huis of het aantal voorwielen dat uit je fiets wordt gestolen, maar komt ook tot uitdrukking in het straatbeeld. Als je in zo'n wijk iemand tegenkomt van wie je straatwijze oog vermoedt dat hij niet koosjer is, is de kans groot dat zo iemand een allochtoon is. Wanneer je daar een extreem automobiel signaleert - het aantal groeit de laatste paar jaar opvallend - met de bijbehorende overduidelijke crimineel achter het stuur, is de betreffende patser in weinig gevallen een autochtoon stuk tuig.”
    En in 1998 was mijn begrip niet minder geworden. Ik schreef toen, op 19 december, opnieuw in Letter & Geest:

    “Neen, niet de lager opgeleiden in de oude wijken moeten iets begrijpen, maar de hoogopgeleide mijnheer Van Boxtel. Namelijk dit: wanneer allochtonen volgens justitiële cijfers vijfmaal zo vaak in Nederlandse gevangenissen vertoeven als op grond van hun aandeel in de bevolking normaal zou zijn en je hebt in een wijk tachtig procent allochtonen, dan is de kans erg groot dat je daar regelmatig personen tegenkomt die je ervan zou kunnen verdenken aanhangers te zijn van criminele rites en gebruiken.”
    De kern van je hele betoog luidt dus, Jaap: relateer die gevangenispopulatie en wat ze hebben uitgevreten aan hun relatieve totaalaandeel in de bevolking. How for the hand laying can you get?
    Nog even over die lul-de-behanger Rogier van Boxtel met zijn grote autoritaire bek (als-ie denkt dat de media niet kijken). Ik heb het hierboven even over “criminele rites en gebruiken” hierboven. Dat was naar aanleiding van een paar domme pc-hufterigheden uit de bek van deze Excellente Kletsmajoor. Ik schreef aan het Morele Genie:

    ReplyDelete
  2. “Van die bijdrage aan de arbeidsmarkt geloof ik weinig. Voor zover ik weet is de werkloosheid onder allochtonen nog steeds buiten proportie. Dat zal, dunkt mij, zo blijven, want er is een voortgaande uitstoot van grote aantallen plaatsen met eenvoudige arbeid, die door geringere aantallen plaatsen met complexe arbeid worden vervangen. Ik heb nog geen bericht gekregen dat de gemiddelde opleidingsgraad van allochtonen zodanig aan het stijgen is dat ze daarin inpasbaar worden. Sterker nog: dermate grote aantallen allochtone kinderen beginnen in het kleuteronderwijs nog steeds met een grote taalachterstand, dat Van Boxtel, zo gaf hij toe, slechts geld heeft om dit probleem marginaal te bestrijden. Hoe ik dan moet geloven dat de 'versterking van het draagvlak onder de verzorgingsstaat' door immigratie wordt versterkt, is mij een raadsel. Of zijn er plannen grote aantallen Marokkaanse en Antilliaanse jongens op te leiden tot bejaardenverzorger en ziekenbroeder? In de groente- en fruitteelt willen zij in elk geval niet werken, want daar zetten we illegalen in. En de bewering dat allochtonen geen concurrenten zouden zijn van autochtonen bij werk en huisvesting, is een belediging van het gezonde verstand. In de lagere regionen van de arbeidsmarkt en in de sfeer van het kleine ondernemerschap is die concurrentie evident en groot. Van Boxtel echter vindt het zelfs 'moreel onjuist' dat laag opgeleide autochtonen zulks geloven en bewijst weer eens dat taal-inflatie vooral door de politiek veroorzaakt wordt. Van Boxtel: “Moreel onjuist, maar voorstelbaar. Zij worden dagelijks geconfronteerd met een andere cultuur, met rites en gebruiken die ze niet begrijpen en soms als bedreigend ervaren. Nogmaals, ik vind hun houding moreel verwerpelijk ...”
    'Rites en gebruiken', wat zou Van Boxtel daarmee bedoelen? De vrouwenonderdrukking? En moet ik die gaan begrijpen? Het kenmerkende van de grootste minderheidscultuur in Nederland, zou ik zeggen, is nu juist dat daarin de rites en gebruiken erg binnenshuis gehouden worden. Die mensen zien ons Hollanders vaak niet eens staan en als het vrouwen zijn, mógen ze het niet eens. Of zou ik bij 'rites' moeten denken aan die Surinamers die met bonkende geluidsinstallaties in dure auto's door de stad rijden? Begrijpen deed ik door dat verschijnsel, al jaren voordat de recente rapporten uitkwamen, dat er zeer veel misdaad school in onze Suriname-connectie, want de types in die auto's hadden hun geld duidelijk niet verdiend in het hoger management. “
    Tot zover ikke in 1998.

    Tsjonge-jonge, wat had ik het al vroeg in de gaten en wat had ik het al vroeg duidelijk in kaart gebracht. Alleen het overweldigende aandeel van het islamo-nazisme op de geesteshouding van onze moslims medehumanisten heb zelfs ik aanvankelijk onderschat. Maar toch schreef ik toen al, 1998 dus:
    “De al genoemde Trouw-commentator [allicht een hoofdredactioneel licht] meent dat door de nota Van Boxtel ('Kansen krijgen, kansen pakken') het debat kan worden gehaald 'uit de sfeer van xenofobie en groezelig chauvinisme'. Mijn idee. En voeg er vooral ook de sfeer van de homo-haat aan toe. Maar ik vraag me wel af in welke kringen de commentator dat ongezonde etnocentrisme waarneemt. Ik zie het onder Surinamers, wat niet vreemd is, want het hele Zuid-Amerikaanse continent is krachtig rasbewust. Hoe het nationale bewustzijn onder Turken ontwikkeld is, wist elke laagopgeleide bewoner van een oude stadswijk in Nederland al jaren en nu, na een aantal publicaties uit onverdachte bron, weten de meeste opiniemakers het ook. Antisemitisme is natuurlijk een zeer beladen woord, maar zowel onder Turken als onder Arabieren in West-Europa is een anti-Joods sentiment krachtig aanwezig. Dat komt van al die schotelantennes, waar trouwens ook de pro-Saddam-Hoessein-gevoelens gevoed worden. Waarachtig, Trouw-commentator, mijnheer Van Boxtel, vergis u niet in het volk, maar vooral niet in de volken.”
    Enfin, toch bedankt Jaap dat je me duidelijk hebt gemaakt wat ik al wist.

    Martien Pennings

    ReplyDelete
  3. Wat ik maar wou zeggen: het gaat blijkbaar om het inzicht: :"zoveel maal groter als volgens hun aandeel in de bevolking normaal zou zijn". Dat fundamentele gegeven hebben de dames dus niet meegenomen, begrijp ik.

    Martien Pennings

    ReplyDelete
  4. De vraag die overblijft is de volgende: hebben de onderzoekers willens en wetens de onderzoeksgegevens opzettelijk verkeerd geïnterpreteerd? Het is al heel lang bekend dat in veel plaatsen op de wereld het vaak de laagopgeleide allochtonen zijn die zich niet goed staande kunnen houden in de voor hen vreemde maatschappij, en daarom tot misdaad vervallen. Dit is wereldwijd een bekend fenomeen. Dus hierover zou nooit een discussie kunnen ontstaan. Wel over de mate waarin dit het geval is.
    Maar het opzettelijk cijferreeksen zo presenteren dat het voor de minder goed opgeleide mensen van de pers wel haast verplicht is om de foute weergave hiervan weer te geven moet worden gezien als een academische doodzonde. Het is jammer van het werk. Dit is verspilde tijd geweest. Ook al zou men met dit rapport de Marokkaanse jongeren een hart onder de riem hebben willen steken dan nog doet men deze Marokkaanse jongeren er geen dienst mee. De cijfers zo presenteren dat deze verkeerd gelezen moeten worden is verkeerd. Het narekenen van de cijfers is lastig. Er moet bewust en opzettelijk voor vreemde schalen zijn gekozen. Er lijkt mij geen andere reden mogelijk. Mogelijk is het zo dat men zelf in de eigen val is gelopen door de eigen cijfers niet goed heeft kunnen doorgronden en begrijpen.
    Dit is broddelwerk. Als men de Marokkaanse jongeren echt had willen helpen dan had men met reële cijfers moeten komen, en die cijfers afzetten tegen vergelijkbaar materiaal van soortelijke situaties.
    Wat ik lees uit dit rapport is dat Marokkaanse jongeren in werkelijkheid veel crimineler zijn dan ander jongeren, en dat dit hoofdzakelijk het gevolg is van een opzettelijk verstoorde relatie met de moeder. Dit is terug te leiden op het vrouw-onvriendelijke karakter van de islam, maar dat wisten we eigenlijk al. Nutteloos contraproductief onderzoek dus.

    ReplyDelete
  5. Mee eens, een gelijkwaardige behandeling is voorwaardelijk aan gelijkheid. Het pamperen en verdoezelen waar ook dit rapport weer bol van staat, is een intense belediging. Door mensen onnodig in bescherming te nemen doe je alsof het kinderen zijn. Of het hulpeloze minderwaardige wezentjes zijn die alleen dankzij ‘jouw’ verheffingsdrang mogen hopen ooit langszij te komen.

    ReplyDelete

Gratis web site teller.