Fitna, de beproeving, heeft zich de afgelopen 48 uur niet aan het door Balkenende geschetste scenario gehouden. Geen brandende auto's, geen brandende ambassades, zelfs geen brandend rood-wit-paars dundoek. Uit de Nederlandse moslimgemeenschap en moskeeën komen alleen verstandige reacties. De hype eindigt zo in een welhaast orgastische anti-climax. MP Pielemuis en de media zijn betrapt op een feestje van wederzijdse zelfbevrediging.
Natuurlijk wijst Balkenende erop dat de relatieve rust slechts aan hém en zijn diepe buiging richting Mekka te danken is. Met name zijn pogingen om een lid van het controlerende parlement monddood te maken zijn erg goed gevallen bij de islamitische dictaturen. Professor Pielemuis heeft zich een brave dhimmie betoond, hoera voor professor Pielemuis.
Maar in werkelijkheid hebben politiek en media moeten constateren dat ze voor gek staan. 'Fitna' blijkt een compilatie van oud jihadistisch beeldmateriaal dat we eerder zagen op de vele anti-Westerse haatsites. Onthoofdingen, executies, terreuraanslagen, the works. Wilders gebruikt de beelden met exact hetzelfde doel: "met de islam valt niet te spotten" luidt de boodschap. Same difference, geen misverstand.
De film is een dejà-vu en geen fitna. Geen beproeving of innerlijke tweestrijd. Het is een constante stroom van beelden, associaties en suggesties die Wilders' visie op de voortschrijdende islamisering van West-Europa weergeven. Een zeer platte visie en dus per definitie geen fitna. Voor een fitna is diepgang nodig, een innerlijke tweestrijd, een dilemma.
De islamitische parafernalia in het Nederlandse straatbeeld zijn slechts een symptoom van de werkelijke beproeving waarmee we geconfronteerd worden. Die werkelijke beproeving bestaat erin dat gods helpers alles wat de Verlichting heeft voortgebracht weer terug de duisternis in willen jagen. En het zijn zeker niet alleen orthodoxe moslims die dit nastreven, want zonder de actieve hulp van de autochtone christenen van CDA, ChristenUnie en SGP zouden zij geen stem hebben. Zouden zij hun mond niet open durven doen. Het zijn met name onze eigen christenbroeders die alle medewerking verlenen bij de herintroductie van god in de maatschappij, tot op zekere hoogte betreft het immers dezelfde god.
Vrijheid van meningsuiting OK, mits religieuze gevoelens niet gekrenkt worden. Vrije economie OK, mits geen verkoop op zondag. Mannen en vrouwen gelijk, mits niet in strijd met hadith en shari'a. Bikini OK, maar niet op een billboard. De betutteling is weer terug heet het, maar het is ernstiger dan dat. Wat er nu in Nederland gebeurt is niets minder dan een door god geïnspireerde bevoogding waarbij alle goden gelijke rechten hebben. The more the merrier lijkt het devies.
Paus Benedictus verwoordde het onlangs zeer kernachtig toen hij zei: "secularisatie is een groter gevaar voor de mensheid dan terrorisme". Met andere woorden, het is beter in naam van god te moorden en vermoord te worden dan om zonder god te willen leven. Dankuwel B16. En dank ook u lieve moslims. U hebt onze djinn, onze demiurg weer tot leven gekust.
Indien Nederland werkelijk nog een Verlichte seculiere maatschappij zou zijn, dan zouden we nu geen probleem hebben met christelijke of islamitische bevoogding. Dan zouden de grenzen van meet af aan benoemd zijn geweest; tot hier en niet verder. Geen religieuze voorschriften in de openbare ruimte. Geen hoofddoekjes voor ambtenaren, niet weigeren vrouwen een hand te geven, geen afgedwongen gemeenschappelijke zondagsrust, geen censuur in de kunsten, en god gewoon weer als een ezel kunnen neuken. Dát is de Verlichte maatschappij. Een maatschappij die in zichzelf neutraal is en vanuit die neutraliteit ruimte biedt voor een zelfverkozen leven, met of zonder god.
De grote vraag waar het bij onze Verlichtingsfitna om draait is: waar zijn de progressieven, waar zijn de liberalen? Waar zijn de groeperingen die begin 20e eeuw het volk mondig hebben gemaakt? Waar zijn de bewegingen die hielpen het juk van twintig eeuwen feodale en religieuze onderdrukking af te werpen? Ze zwijgen, ze stemmen in en toch weer niet. Enerzijds moet god zich niet bemoeien met de socialistische ideologie, maar anderzijds zijn moslims 'sociaal achtergesteld'. Enerzijds komt 'godslastering' geen plaats toe in het wetboek van strafrecht, maar anderzijds is veel geïnvesteerd in de relatie met het CDA.
Tweestrijd, dubio, fitna. En waarom? Omdat geen onderscheid gemaakt wordt tussen ménsen en ideologieën. Het principe lijkt simpel genoeg maar dit basale inzicht is totaal uit beeld geraakt. Hedy d'Ancona roept paaszaterdag op de Dam: "zie moslims in de eerste plaats als individuen en niet als groep". Diezelfde Hedy denkt echter dat hoofddoekje en boerka een persoonlijke keuze zijn die we moeten respecteren. Maar hóe Hedy, hoe kan ik in godsnaam iemand die verkiest zichzelf met de insignes van de groep te behangen, hoe kan ik die persoon in de eerste plaats als individu benaderen? Zij stelt immers vrijwillig haar groepsidentiteit boven haar individualiteit.
D'Ancona laat op kleine schaal zien waar hem de progressieve schoen wringt. Het sociaal isolement en de sociale achterstand van deze groep verhelp je niet door de islam alle ruimte te geven. Integendeel. Hoe meer ruimte de islam krijgt en hoe meer steun er gaat naar de behoudende verkondigers van de islam, des te minder ruimte blijft er over voor de individuele moslim.
Ook de socialistische mantra waarin autochtonen wordt opgeroepen in te schikken en de symbolen van de islam te accepteren en te respecteren, leidt er onherroepelijk toe dat de Verlichting in de verdrukking komt. De Verlichting met haar seculiere opvattingen, met haar vrijheden-behoudens-de-wet staat al eeuwen op gespannen voet met religieuze doctrines.
Deze halsstarrige blindheid van zowel progressief als liberaal Nederland zet de Verlichting en de seculiere maatschappij onder zware druk. Er wordt onvoldoende tegenwicht geboden aan groepen die de samenleving willen hervormen naar god's beeld en hiertoe onderling bondgenootschappen aangaan onder het mom 'we zijn vóór menswaardigheid, en tégen polarisatie'. In werkelijkheid is het een bondgenootschap vóór onderwerping en tégen vooruitgang.
Een premier die zonder blikken of blozen verkondigt dat de mens zonder geloof niet kan functioneren, een kabinet dat de strafbaarheid van godslastering te vuur en te zwaard verdedigt, een regering die de vrijheid van expressie meer dan eens ter discussie stelt wanneer het geloofszaken betreft. Het is niet verwonderlijk dat Fawaz Jneid, haatimam van de Haagse As-Soennah moskee, in deze regering een bondgenoot ziet.
Onze fitna is dan ook niet Wilders' fitna, wij willen door kat noch hond gebeten worden. Onze fitna is geen andere dan de strijd tussen het verduisterende Licht en de Verlichting zelf. Tussen het liberale individu en de onmondige onderworpene.