Wilders begon zijn spreektijd gisteren met: “ze was verkracht, maar ze was niet kwaad. De journaliste die op zoek ging naar de Taliban in Afghanistan zag haar nieuwsgierigheid omgezet in een wrede, meervoudige, verkrachting. Maar waar dat bij anderen leidt tot woede of verdriet, toont deze journaliste vooral begrip. Ze zegt: “er was ook respect voor mij”. En ze kreeg nog thee met koekjes ook”.
Wilders wilde hiermee aangeven dat: “onze elite, of het nou gaat om politici, journalisten, rechters, subsidieslurpers of ambtenaren, volledig de weg kwijt [is]. Elk gevoel voor realiteit is verdwenen. Elk gezond verstand wordt overboord gezet om de werkelijkheid te ontkennen. Niet alleen deze helaas verkrachte journaliste leidt aan het Stockholm-syndroom, maar de hele Nederlandse elite.”
Ik vind het een schitterende metafoor. De nieuwsgierige, goedwillende, onbevangen journaliste staat voor een Westerse samenleving die overtuigd is van de intrinsieke goedheid van de wereld en de zuiverheid van haar eigen bedoelingen. Maar terwijl zij zich bukt om het Afrikaanse continent de helpende hand te bieden, terwijl zij neigt om tribale gebieden te verheffen, wordt zij onbarmhartig en meerdere malen verkracht.
En dan luidt de grote vraag: hoe kon dat gebeuren? Waarom heeft deze ‘bon sauvage’ de gulle gever in de hand gebeten? Wat ging er fout, want aan de goede bedoelingen kan het niet liggen. “Ghazi had zijn hormonen niet onder controle” verklaarde de journaliste vergoeilijkend. Ze zei niet: ‘talibancommandant Ghazi Gul heeft mij meermalen verkracht, hij is een misdadiger’. Ongeacht of de journaliste nu boos is op Gul of niet, ze presenteert hem hier als het slachtoffer van omstandigheden; als slachtoffer, net als zij, en niet als dader.
Het is die typisch kosmopolitische gedachte ‘de hele wereld is slachtoffer behalve het Westen’ die Wilders niet langer verdraagt en hem ertoe bracht deze mevrouw, dit slachtoffer, als personificatie van dat ideaal op te voeren. We tonen respect. We noemen elkaar bij de voornaam, schenken thee en delen lekkernijen. En als dan plots iemand uit zijn rol valt dan kan dat nooit aan onze intenties hebben gelegen. Die zijn immers de afspiegeling van een intrinsiek goede wereld, een wereld die ieder mens in zich draagt en met de juiste sleutel ontsloten kan worden.
Dit rechtvaardigt vervolgens de conclusie dat wie in deze tragische gebeurtenis meer ziet dan alleen een misverstand zich “diep in zijn hart moet schamen” (JPB). Die is willens en wetens bezig mensen buiten te sluiten ten gunste van zijn eigen perverse agenda. Want als deze mensen met respect bejegend zouden worden en de kans zouden krijgen zich te ontwikkelen, heus, dan moet je eens zien. Geen misverstand.
Ik ben geen psycholoog en al helemaal geen fan van Freud, maar volgens mij is hier niet zozeer sprake van het ‘Stockholm syndroom’ maar van ‘verdringing’. Niet door gebeurtenissen naar het onderbewuste te verbannen (dat schijnt niet te lukken) maar door ze te overschreeuwen. Door het eigen wereldbeeld als een mantra opnieuw en opnieuw te projecteren en alle aanvallen hierop als abnormaal te kwalificeren. Dat is wat de journaliste deed, dat is wat het onlangs in Yemen ontvoerde echtpaar deed en dat is wat bijna de voltallige Tweede Kamer en het Kabinet doen. De confrontatie met het eigen ontspoorde wereldbeeld vermijden door de aanvaller te diskwalificeren óf door hem in het eigen kamp op te nemen.
Om dezelfde reden moet je je niet willen afvragen waarom Afrika na vijftig jaar ontwikkelingshulp nog steeds een puinhoop en een bodemloze put is, je moet de handen uit de mouwen steken, je moet geven en verheffen, het gaat hier om slachtoffers. Je moet je niet afvragen of immigratie netto oplevert of kost, je moet de grenzen openstellen en gezamenlijk optrekken, het gaat hier om slachtoffers. Je moet je niet afvragen of de islam met een democratische rechtsorde te verenigen is, je moet moskeeën bouwen en mensen hun godsdienstvrijheid gunnen. Zolang je volhardt in het goede dan word je nooit bedrogen, dan word je nooit verkracht.
De reacties in de Kamer op Wilders’ vergelijking bestonden uit boosheid. Boosheid om de zoveelste aanval op het wereldbeeld van de ‘puur goede mens’. De journaliste sprak in haar boosheid dan tenminste nog over zichzelf en over wat haar was aangedaan. Kamer en Kabinet ontweken die aanval door de journaliste als bliksemafleider en als vleesgeworden slachtoffer van Wilders’ lage lusten op te voeren; opnieuw verkracht, maar nu door Kamer en Kabinet. Het moge duidelijk zijn, misbruik binnen de kosmopolitische familie wordt niet erkend.
Hoe zou men trouwens gereageerd hebben als het een Afghaanse journaliste was geweest? Een journaliste die, zeg, de commandant van Kamp Holland had willen interviewen? Om vervolgens door hem en zijn adjudanten te worden verkracht. Zou er dan iemand durven stellen dat ‘Theo’ zijn hormonen even niet onder controle had? En dat het Afghaanse parlementslid dat hier schande van spreekt goedkope en laaghartige politiek bedrijft?