E. du Perron |
Iedere infaamheid waartoe de collectieve domheid van een overmacht in staat is, wordt vrijgepleit met het vertrouwen op de goede bedoeling en de goede resultaten: met het fameuze 'prachtige vertrouwen in de mens'. De jeugd heet bedrogen door de ouderen die dit vertrouwen niet hadden. De volgende jeugd kan zich met recht bedrogen achten door de ouderen die dit vertrouwen predikten.
Perron verwijst hier respectievelijk naar de godsdienstoorlogen uit het verleden en de 'nieuwe' strijd tussen het socialistisch collectivisme van de Sovjet Unie, en het fascistisch collectivisme van Italië en nazi-Duitsland.
Zijn 'volgende jeugd' in terugblik denkt: Het socialistisch collectief verloor haar toegenegen vijand maar houdt nog alle kritiek voor fascistenpraat. Het 'prachtig vertrouwen in de mens' bleef onveranderd en schonk haar vele kinderen. Vol van goede bedoelingen openden zij de kooi van een wrede god, meegebracht uit verre streken.
Dus gemarteld en gemoord wordt er ook weer, om verschillen van opvatting over zaligheid in een andere wereld. En de kinderen? De kinderen achten zich met recht bedrogen door de ouderen die zulk vertrouwen prediken.
No comments:
Post a Comment