Waarom voel ik mij steeds ongemakkelijker bij het zien van een hoofddoekje, een kruisbeeld of een geestelijke op TV? Ik bedoel, het is zeker geen nieuw fenomeen, religieuze uitingen. De mensheid leeft al 30.000 jaar met goden, rituelen, gebeden en wat dies meer zij. Zelfs de Neanderthalers, onze uitgestorven neefjes, gaven hun doden giften mee voor ‘op reis’. Niets menselijkers dan religie zou je zo zeggen. Waarom dan toch die steek bij het zien van een mijter of djellaba, vanwaar mijn elementaire minachting voor bisschop en moefti, mijn intense woede bij beelden van religieus geweld?
Omdat ze de opmaat tot achterlijkheid zijn. Daarom. De terugkeer naar achterlijkheid is nakende en haar booschappers eisen mijn respect. Eisen eenieders respect. En krijgen dat ook in toenemende mate. En als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Middels bedreigingen, bommen of brute moord. Middels gif- en vuilspuiterij. Middels emotional blackmail, politieke infiltratie en publieke manipulatie. Stap voor stap wordt de nieuwe mens, die zich van de ketenen van de traditie bevrijd wist, teruggedreven naar de goelags van gods barmhartigheid. Daarom.
Ik ben een kind van het Verlichte Europa. Van de nieuwe Verlichting die inzette in de roerige jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Van de Verlichting die brak met autoriteit en openbaring; die de mens de weg wees van traditioneel kuddedier naar zelfdenkend individu. Die het pad effende voor de übermens die komen zou. Ik las de KIJK en wist: de mensheid heeft zich tot de Rede bekeerd.
Mijn leven lang ben ik gefascineerd geweest door de (on)eindigheid van het heelal, door de prachtige eenvoud van de evolutietheorie, door DNA, en (de laatste jaren) door de verbluffende vooruitgang binnen de cognitieve wetenschappen. De mensheid staat op het punt zichzelf te begrijpen, wérkelijk te begrijpen. Om uit de evolutionaire trein te stappen en de toekomst in eigen hand te nemen; een businessplan voor de mensheid op te stellen. Maar wat gebeurt er op het moment suprême?
Het licht gaat uit. Abrahamitische horden hetsende heerscharen verduisteren het intellectuele landschap. De mens is niets en god is alles. Het woord van de heer is wat ons ten diepste beweegt. Godverlaters zijn immoreel, de evolutieleer is discutabel, godslatering bij wet verboden en mensenrechten onderschikt aan de openbaring. Een paar decennia van onoplettendheid en de achterlijkheid is terug.
Ik wil vooruit. Ik geloof niet in het recht van de sterkste en ik geloof niet in god, ik geloof in ménsen. Ik wil vooruit. Maar iedere bisschop bij Clairy Polak en ieder hoofddoekje in de Kalverstraat herinnert mij eraan dat ik stil sta. En dat steekt.
Monday, August 4, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
@ Jaap, op mijn plé hangt een " Vollen aflaat", ootmoedig neergeknield aan de voeten van uwe heiligheid. !!
ReplyDeleteDe grap was dat die volle aflaat, voor de nietverstaanders, vergeving van alle zonden, toch een prijs had. In dit geval betaalde mijn opa een gebrandschilderd raam in de kerk.
Jammer dat het er in de tweede wereldoorlog uitgeschoten werd, dat zou zijn opneming in de hemelse gelukzaligheid toch niet in gevaar kunnen brengen.
Deze kruideniershouding zorgde ervoor dat ik op dertienjarige leeftijd voor eeuwig onbruikbaar werd voor religie.
Op Allerzielen moesten wij bidden voor de opneming van de voorvaderen in de hemel.
En dan had je ook nog zo'n ritueel. De gebeden zeggen voor de voorvader, en dan de kerk uit, want twee of drie achter elkaar telde niet.
Na jaren van bidden, had ik er eigenlijk schoon genoeg van. Als ze nou nog niet uit het vagevuur zijn dan wordt het nooit meer wat.
Vanaf dat moment viel alle theater van me af, en gelukkig is dat ook nooit meer goedgekomen. Ik geloof in mensen, maar niet in alle mansen. De achterlijkheid is niet iets om welwillend over te doen. Het infecteert alle onnozelen die denken dat ze een particulier en vergeeflijk soort denkverlamming
uit kunnen venten .
En wat is nou het drama, dat we niet uit kunnen leggen aan apologeten hoe dit gedrag de winst van honderd jaar strijd oplost in leeg gezwatel.